De donkergroene AB-auto werd een hemelsblauw-witte Abiant-bedrijfswagen, maar Sipke Schilstra bleef zichzelf. Rust uitstralend, niet op de voorgrond, maar wel aanwezig, humor achter de hand. Zijn tijd bij zijn werkgever zit erop, sinds 1 december jongstleden is Sipke gepensioneerd, zal de Abiant-bedrijfswagen uit het Nieuwstraatbeeld verdwijnen. Een polderjongen die studeerde, maar de voorkeur gaf aan agrarisch bezig zijn, bij diverse boeren en op de volkstuin:
Sipke Schilstra kwam in augustus 1952 ter wereld op een boerderij nabij Rutten in de Noord-Oostelijke Polder, zoals die aanvankelijk heette. Het gemengde bedrijf lag tussen Rutten en Lemmer, een van de vele door de Rijksdienst Domeinen neergezette boerderijen die vaak in groepjes van vier werden gebouwd. (Met een blok van vier arbeiderswoningen erbij). De opa van Sipke had trouwens ook al iets met die nieuwe poldergrond. Hij was cultuurtechnisch bedrijfsleider bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders en zorgde in de beginjaren van de nieuwe polders voor het in cultuur brengen van de nieuwe grond. De pioniersjaren vanuit grote bedrijven waarin vooral koolzaad, tarwe en luzerne (een soort klaver) werden verbouwd, bodemverbeteraars bij uitstek. Pas na deze periode kwamen de reguliere boerenbedrijven aan bod met een keurige verdeling tussen akkerbouw, veeteelt en gemengd bedrijf, en werden de diverse dorpen ontwikkeld. Een familiegeschiedenis die Sipke later de uitspraak “Dat wroeten in de grond? Dat zit in mijn genen!” ontlokte…
De jonge Sipke, oudste van drie kinderen in het Schilstra-gezin, ging niet naar de kleuterschool. Sipke vermaakte zich prima op de boerderij. Het bedrijf, standaard ingericht door Domeinen, was 24 hectare groot, de helft gras-, de andere helft bouwland. De stallen waren geschikt voor zo’n 20 melkkoeien + wat jongvee. Er stond een kapschuur bij met varkenshokken waarbij ook een ‘keuken’, om aardappels te koken voor de zwijnen. Aan de lagere school ontkwam Sipke niet. Hij bezocht de School met de Bijbel in Rutten, een school met zo’n 100 à 120 leerlingen. (Overigens was ook de verdeling van de scholen over de dorpen ‘standaard’; elk dorp kreeg drie scholen: een openbare, protestantse en een katholieke…) Sipke ging wel graag naar school, al was en werd hij niet bepaald een groepskind. Meer een ‘solist’, waarschijnlijk ook beïnvloed door de wat geïsoleerde ligging van de Schilstra-hoeve. Sipke was het liefst bezig met de dieren op het bedrijf, al ging hij wel eens spelen met andere kinderen in het dorp. “Nee, ik was niet iemand die echt op de voorgrond trad.” Herinneringen aan die schoolperiode? “Ja, met enige regelmaat waren er gevechten tussen de diverse schoolgroepen, werd er met modderkluiten gegooid. En dat lokte weer reacties uit van de andere groep… We gingen ook schoolzwemmen, werden met de bus opgehaald . Vroeg in het seizoen naar het openluchtbad in Emmeloord om te leren zwemmen.” De schoolreisjes staan Sipke ook nog helder voor de geest. Tochten naar o.a. Nunspeet en “op de fiets naar Gaasterland (daar lagen de roots van de Schilstra-tak), waar je in verbouwde bunkers kon logeren! In oorlogstijd zijn daar V1’s afgeschoten! En bij zo’n schoolreisje heb ik mijn eerste chips gegeten….” Aan het eind van de lagere school was er enige twijfel over de schoolkeuze. ULO? HBS? (Of de technische school, zoals een test uitwees?) Het werd uiteindelijk de ULO in Lemmer, “want daar ging een hele groep van mijn school heen. Naar de HBS, dan was ik de enige geweest…” Sipke was een goede leerling, haalde na 4 jaar zijn A-diploma (met wiskunde). Zijn voorliefde lag bij de talen en bij vakken als aardrijkskunde en geschiedenis, niet bij de rekenvakken. Zijn vrije tijd bracht hij het liefst op of bij de boerderij door, “nee, lid van een sportvereniging ben ik niet geweest. We gingen wel vaak met een groep zwemmen, ’s zomers, in het IJsselmeer. Shampoo mee, stunten met de fiets het water in, etc. ’s Winters lag er dicht bij de boerderij prachtig schaatsijs. Dan was het sluisje achter het huis bij de infiltratiesloot dicht. En als het water zakte, kwamen ook de vissen in beeld. Dan gingen we zondagsmorgens vis stropen…” Helpen op de boerderij? “Ja, dat hoorde erbij. Als mijn vader floot, dan wist ik dat ik direct moest komen. Was er werk te doen, melkbussen schoonmaken bijvoorbeeld.” Vader en moeder Schilstra molken. Dat hoefde Sipke niet te doen. Wel haalde hij “stoppelknollen”(een gewas dat na de gerst op dat stuk grond werd verbouwd) van de wagen en kruide ze naar de koeien. In die jaren veranderde het Schilstra-boerenbedrijf in een volledige veehouderij. “Dan ging ik ’s winters stropakken halen en verdeelde het stro achter de koeien. Of was ik de hele Kerstvakantie bezig om de grote mestbult weg te rijden, mest verspreiden over het land!” Sipke leerde verder, hij ging met zijn ULO-diploma naar het nieuwe Atheneum (de Mammoet-opvolger van de HBS) op de Chr. Scholengemeenschap in Emmeloord. Directeur Berghuis was aanvankelijk niet zo genegen om zij-instromer Sipke toe te laten, ook niet toen vader Schilstra zei “Ja, maar Sipke heeft ook wiskunde bij zijn MULO-diploma!”
“Och”, luidde de reacie van de directeur, “wiskunde kun je een aap wel leren…” Veel moeite had Sipke overigens niet op het Atheneum, hij had op de MULO een degelijke voorbereiding gehad! Atheneum-diploma op zak? Uniform aan! Sipke ging in 1972 in militaire dienst. Hij stond er destijds vrij neutraal tegenover, groot geworden in een Christelijk-Historisch gezin. Sipke zelf voelde wel verwantschap met het pacifistische gedachtengoed, maar voelde er niets voor zijn ouders al te zeer te kwetsen. “Dus ging je…” Ruim een jaar was Sipke als dienstplichtige ‘actief’, hij mocht enigszins vervroegd uit dienst omdat hij een opleiding ging volgen. “Ik had het niet zo slecht getroffen. De groetplicht was afgeschaft, je hoefde niet per se meer in uniform te reizen…. Opgekomen ben ik in Blerik bij Venlo, daar heb ik mijn rijbewijs gehaald. In Amersfoort, in de Juliana van Stolbergkazerne heb ik een opleiding tot hospik gevolgd en daarna ben ik in Ermelo ziekenautochauffeur geweest. In Nunspeet heb ik mijn vrachtwagenrijbewwijs gehaald!”
Waarom hij zelf geen boer is geworden? “Ik kon tamelijk goed leren, dan werd je in die jaren geen boer….” Sipke ging studeren. Eerst wilde hij ‘psychologie’ gaan doen, maar het werd uiteindelijk ‘Nederlands’, beter uitzicht op een baan. Het lukte niet in Groningen een plek te krijgen, het werd Amsterdam. “Met de Kerst zag ik al, dit wordt niks! Ik had geen aansluiting bij andere studenten, Amsterdam was voor mij een vreemde stad…” Sipke stopte, stapte naar Groningen en slaagde erin een plek te krijgen op het Instituut voor Pedagogiek en Andragogie. In Groningen werd hij herenigd met vrienden van de eerdere scholen in Emmeloord en Lemmer. “Hier waren meer jongens uit de polder!” Sipke verhuisde per trein, “met de fiets en enkele vuilniszakken vol spullen….” In Groningen voelde hij zich thuis, haalde zijn kandidaats voor Andragogie. De studie ging moeizaam, maar hij werkte er ook bij, o.a. in de bietencampagne en driekwart jaar op een papierfabriek in Sappemeer. “Een mooie tijd!” Bovendien werd hij vrijwilliger bij het collectief van “Moeder Aarde” die een winkel dreef aan de Meeuwerderweg, waar louter biologische producten werden verkocht: etenswaren, waspoeder, bier…. Sipke bewaart hieraan uitstekende herinneringen. Deze periode is mede bepalend geweest voor zijn keuze later op politiek gebied.
Sipke woonde eerst bij een hospita op kamers, kwam daarna in een studentenhuis, vervolgens in een kraakpand achter de schouwburg… Daarna betrok hij een caravan in de buurt van Waterhuizen, maar dat werd in de koude winter van ’79 te bar…. Vriendin Jacomijn zei toen: “Kom maar bij mij wonen aan de Soerabajastraat…” Sipke beëindigde zijn studie, ging solliciteren. Hij kon aan de slag bij Oosterhof Wegenbouw, het volgende voorjaar… Hij koos voor AB, de Agrarische Bedrijfsverzorging. In mei 1980 kreeg hij bij AB een vast contract. Het jaar bovendien waarin Sipke en Jacomijn trouwden. Ze woonden toen al in Kommerzijl, in het vooreind van een leegstaande boerderij. “Ik wilde graag buiten de stad wonen!”
In 1981 werd oudste dochter Dineke geboren, een jaar later gevolgd door Sieberen. De jongste, Jantien, zag het levenslicht toen het gezin was verhuisd naar Grijpskerk. “Op de boerderij was het met de kleine kinderen niet zo praktisch. Jacomijn wilde liever in een dorp wonen. Bovendien kreeg Jacomijn een baan bij de toenmalige gemeente Grijpskerk. We hebben er gewoond tot 1990. Bij de gemeentelijke herindeling verhuisde Jacomijns werkplek naar het gemeentehuis in Zuidhorn. We wilden graag dichterbij wonen en vonden toen het huidige huis op de hoek van de Nieuwstraat/Oosterweg.”
Sipkes werk bij AB was heel gevarieerd. Hij deed loonwerk, sorteerde aardappels, verving bij ziekte in de melkveehouderij.
Ook werd hij ingezet bij het melktransport. Hij heeft geruime tijd op een melktankwagen gereden, “mijn vrachtwagenrijbewijs bleek in de praktijk waardevol! Mijn werkgebied als AB’er? In principe de hele provincie, maar meestal was het binnen een straal van 20 à 25 kilometer.”
Sipke nam onlangs afscheid, is per 1 december 2014 gepensioneerd. Hij werkte zo’n 34 jaar bij de AB/Abiant. “Opvallende zaken? Nou nee… Ach, er ging wel eens iets verkeerd, maar zoiets hoort er nu eenmaal bij. Een paar koeien die het avontuur zochten in een maisveld….”
Sipke en Jacomijn zijn nog altijd gelukkig met hun keus voor Noordhorn als woonplaats. “We hebben het getroffen met de buren, de mensen in het dorp zijn prettig in de omgang. En Sieberen werd, ondanks zijn beperking, door de kinderen hier geaccepteerd, ook al ging hij naar een andere school. Gingen ze voetballen, dan ging hij gewoon mee, namen ze hem op sleeptouw. Zo is hij ook bij het voetballen gekomen. En nu speelt hijmet veel plezier bij het G-team van de v.v. Zuidhorn!”
En je eigen vrijetijdsbesteding? Je hebt nu meer tijd…. Sipke lacht. We praten over zijn favoriete bezigheid, het werken op de volkstuin. “Als kind groef ik al gaten om te kijken hoe de grond was samengesteld, welke lagen er zichtbaar werden… Tijdens de periode-Stad is het al begonnen, had ik met een kameraad een tuin in Schildwolde. Ik voel me er prettig bij, volkomen ontspannen. In Kommerzijl en later in Grijpskerk hadden we de tuin op de klei. Hier, achter de Touwslagersbaan, is het lichtere grond. Ja, ik er vaar het elk jaar weer als een uitdaging: Je hebt een stuk grond en daar wil je wat mee doen! Spitten vind ik ook plezierig, en nieuwe gewassen uitproberen!”
Sipke teelt bladgroentes, wortels, aardappels, ook lupines (grondbemesting), blauwmaanzaad (“Mooie bloei! En het zaad wordt gebruikt bij het brood bakken.”), voederbieten, pompoenen, suikermais…. “Nee, geen bloemen, maar hier zin wel tuinders die alleen bloemen kweken.” Op het moment staan de volkstuinen op de huidige plaats niet onder druk, “we kunnen gewoon doorgaan! En er is nog steeds voldoende interesse! Vergeet niet, we leveren ook een bijdrage aan de leefbaarheid van het dorp! En het is een ontmoetingsplek voor mensen van diverse pluimage die een gemeenschappelijke hobby hebben en ook weer van elkaar leren!”
Interesse en inzet voor de politiek? “Ik doe er momenteel niks aan”, aldus Sipke, “ik ben 12 jaar secretaris van de afdeling Zuidhorn van Groen Links geweest. (Sipke kwam ooit via de toenmalige PPR bij Groen Links). “Politiek actief, op de voorgrond, in de schijnwerpers? Nee, dat is niks voor mij. Achter de schermen heb ik wel geholpen bij de organisatie van diverse activiteiten, fietstochten voor nieuwkomers bijvoorbeeld. En rond de verkiezingstijd was het extra druk!”
Enkele dagen na ons gesprek gaan we samen naar de volkstuin, op de enige mooie dag in de eerste decemberweek. Zonnetje erbij, aangename temperatuur en weldadige rust aan de noordkant van het dorp met uitzicht op het dorpshuis, de boerenstee van Schuiringa en het bekende witte huisje dat vroeger bij de boerderij hoorde. We bekijken Sipkes tuinen, ik kiek. Zie Japanse haver, stokbonen, uien, vlas en de forse voederbieten die ik ook ken uit mijn jeugd. Ik krijg zelfs zin om zelf aan een volkstuin te beginnen… Sipke weet straks, na de winter, wel weg met zijn extra ‘vrije tijd’. “De tuin heeft nu eerst recht op zijn rusttijd, kan ik na de winter weer vol aan de bak!” Sipkes ogen glinsteren, hij is nog lang niet uitgetuinierd! (JB)
Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, januari 2015, 12e jaargang nummer 1. (Maandelijks orgaan van de Vereniging Dorpsbelangen Noordhorn)