Herman Scholte (63): “Timmerman, verpleger, schatgraver…” (Interview in “Noordhorn Nu” november 2014)

IMG_5241 crop verkl

Al een paar keer had ik me afgevraagd: “Wie is dat toch, die slenterende schim aan de horizon, op dat stuk bouwland? Een sterrenwichelaar??!” Tot de schim ineens de herkenbare dorpsgenoot Herman Scholte bleek te zijn, bezig met zijn metaaldetector… “En? Ben je al ‘binnen’??!”
”Bijna……!” En Herman maar mysterieus glimlachen… Een geschreven portret van een sociaal bewogen Noordhorner die zich ontwikkelde van scheepstimmerman tot verpleegkundige. Die graag met zijn “stok” op pad gaat, maar ook damt, deel uitmaakt van de  
werkgroep “Tsjernobylkinderen” en afvalhout verwerkt tot bruikbare voorwerpen zoals nestkastjes:

Herman Scholte is in mei 1951 geboren in Martenshoek, toen nog een zelfstandig dorp onder de rook van Hoogezand. Vader Scholte was scheepstimmerman bij de Gebr. Muller in Foxhol. De tijd van de vele scheepswerven aan de boorden van het Winschoterdiep. Moeder Scholte was in eerste instantie full time huisvrouw, ging nadat de kinderen waren uitgevlogen, aan de slag als kraamverzorgster in huize St.Jozef, een bekende kraamkliniek. Het gezin Scholte woonde aan het Winschoterdiep, een woning die al langer ‘in de familie’ was. Het Winschoterdiep was destijds nog smerig; het vuil dat erop dreef, vloog wel eens in brand door de gasvorming. Herman herinnert de kindermomenten bij de sluis, dichtbij het ouderlijke huis. “Boeiend om te zien!” Het was een driedubbel huis met een prachtige grote zolder. Vader Scholte knutselde daar in zijn vrije tijd, Herman trad in zijn voetsporen. In Martenshoek was toen nog een sterke scheepsbouw, ingebed in een agrarische omgeving. Boeren en bouwers legden een stevig stempel op het dorpsleven. Onderwijs was er voldoende. Herman ging zowel naar de kleuter- als naar de lagere school in zijn woonplaats Martenshoek, naar een katholieke school. (Het gezin Scholte was Rooms-Katholiek).  Martenshoek was eertijds een katholieke enclave in dat gebied.

Schoolkind in Martenshoek

Schoolkind in Martenshoek

Herman voetbalde ook bij de katholieke voetbalvereniging “Kwiek”. “Nee, ik was niet zo’n geweldige voetballer, meer een verdienstelijke keeper…” Spelen in zijn jeugd? “Ja, toch wel veel buiten ook. Bij IJzergieterij Jager bijvoorbeeld. Legden we kappen van gesloopte auto’s omgekeerd in de sloot, konden we bootje varen…!” Schoolherinneringen? “Nou, als er bij scheepswerf Bodewes, tegenover de katholieke kerk, een schip van de helling gleed, stonden wij daar met de hele school naar te kijken. Traditie!” Herman had bepaald geen hekel aan school, alhoewel hij geen denderende leerling was. “Geen studiebol, maar ik kon goed meekomen.” Na de lagere school ging Herman een jaar naar het VGLO (= Voortgezet Lager Onderwijs), als compromis. Zijn ouders wilden dat hij ging doorleren, maar zelf wilde hij naar de LTS. “Ik wilde timmerman worden!” Na dat ene VGLO-jaar ging hij inderdaad naar de 3-jarige LTS in Hoogezand, “zo’n 4 à 5 kilometer, op de fiets”. Tijdens de LTS-periode werd de liefde voor het timmeren aangewakkerd, aan metaalbewerking kreeg Herman een hekel, maar dat lag vooral aan de manier waarop de desbetreffende leraar les gaf. Met zijn LTS-diploma op zak werd Herman leerling-timmerman in Foxhol onder supervisie van zijn gelijknamige oom. Hij volgde vele avondcursussen, o.a. aan de Jan van der Laanschool in Groningen. Diverse timmerspecialisaties, materialenkennis, constructies, speciaal ook betreffende schepen. Toch voelde Herman zich in de scheepstimmerbouw niet echt happy, “ik blonk ook niet bepaald uit in zelfvertrouwen, durfde me niet zo goed te ontwikkelen.” Hij veranderde van werkkring, ging naar de timmerfabriek van Pruis, waar kozijnen en deuren werden gemaakt. “Materialen berekenen, prettig werk!” Herman was een jaar of 20, begin zeventiger jaren. “De recreatieparken rezen als paddenstoelen uit de grond. Veel huisjes werden als casco geleverd. Pruis zag er brood in, ging “in de bungalows”! De hele dag hetzelfde werk, ik kreeg rugklachten, maar wilde evenmin terug naar de schepen. Ik had al wel in de gaten gekregen dat ik op een vaardige maniet met mensen kon omgaan. En dat was het moment waarop ik besloot de switch naar de verpleging te maken!” Herman ging rond zijn 21ste van het timmerwerk naar de gezondheidszorg! Hij solliciteerde naar een plek in het “Oranje Nassau Oord” te Renkum. “Ik dacht dat Renkum in Friesland lag…” Nee, niet in Friesland, maar in Gelderland, “maar ik wilde me niet laten kennen, reisde af naar Renkum!” Hij werd aangenomen, de opleiding kon beginnen: “Leerling-ziekenverzorger”. Eerst de pre-klinische periode, drie maanden om uit te zoeken “of je er geschikt voor was!” Na het tweede jaar volgde het examen en werd Herman “Gediplomeerd ziekenverzorger”! “Het mooiste diploma dat ik heb gehaald!” Niet alleen door het resultaat, ook door wát hij had geleerd, “veel meer in balans: Lichaam en geest!” In Renkum ontmoette Herman zijn toekomstige vrouw, Marianne Besems. Zij deed dezelfde opleiding. Het verliefde paar trouwde in 1975 en ging in Martenshoek wonen, naast Hermans ouders.  Herman ging voor de B-Opleiding (Psychiatrie) naar “Dennenoord” in Zuidlaren. Een opleiding van 4 jaar, “maar niet afgemaakt, na 2 jaar gestopt. De psychiatrie bleef voor mij een vreemd terrein, mijn voorkeur lag daar duidelijk niet!” Eind 1977 verhuisden Herman en Marianne naar ’s-Hertogenbosch. Herman kreeg er een opleidingsplaats voor de A-Opleiding op het GZG (= Groot Ziekenhuis Gasthuis). Hier klikte het wel en Herman maakte deze opleiding van zo’n 3½ jaar succesvol af: “Telkens 1 week school, 3 weken werken. Om het half jaar naar een andere afdeling.” Echter, na de diplomering was er een overschot aan A-personeel. Herman solliciteerde in Den Helder, waar hij in 1982 begon als teamleider in een verpleeghuis. Het gezin Scholte (vier kinderen: Katelijn, Annette, Harm Jan en Miriam) bleef er (in Julianadorp) tot 1990. Toen volgde de verhuizing naar Zuidhorn, Herman ging aan de slag op de afdeling ‘Chronische beademing’ van Het Zonnehuis. Herman woonde drie maand op een flat, daarna kon het gezin terecht in een huurwoning aan de Troelstraweg. Een half jaar, toen werd de huidige woning aan de Prof. Van Giffenweg gekocht. De ‘Scholte Family’ verkreeg dus in 1990 het Noordhorner dorpsburgerschap. Een belangrijke factor bij de keus voor het noorden, met name de provincie Groningen, was de overname van een vakantiehuisje op Schiermonnikoog, samen met Hermans broer. (Het huisje was van Hermans ouders, het gaat ingaande 1 januari aanstaande over naar een andere eigenaar)
In 2003 kwam er een eind aan de periode-Zonnehuis-Zuidhorn. Herman kreeg te maken met burn-out-verschijnselen die echter niet blijvend bleken. Herman kwam aan het werk in Marum bij de stichting “De Hoorn. Lichte zorgtaken en het organiseren van activiteiten. Prettige jaren, dagelijks heen en weer van Noordhorn naar Marum, tot 2010. Toen kwam de burn-out terug, en bleek blijvend. Een definitief einde aan het werkverhaal. Al zegt Herman wel: Als ik opnieuw een beroep zou moeten kiezen, zou het zo weer de verpleging zijn!” Sinds 2010 dus bij huis, aan de Van Giffenstraat. Ruim de tijd voor andere zaken, al was het in het begin echt “kalm aan”! Kerkelijk was er geleidelijk ook iets veranderd. Herman en Marianne sloten zich in Den Helder aan bij een Evangelische stroming. In Noord- en Zuidhorn vonden ze niet direct een kerk die ‘naadloos’ bij hen paste (al noemt Herman de contacten met de Ned. Hervormde Kerk ‘warm’). ‘Kerken’ doen ze in Groningen bij de Evangelische Gemeente.
Via internet had Herman ontdekt dat een van zijn voorouders uit dit gebied afkomstig was, de vrouw van zijn overgrootvader: Berendina Takkenberg. “Vonden we helemaal dat we met Noordhorn een goeie keuze hadden gemaakt!” Langzaam maar zeker ‘nestelden’ Herman en Marianne zich in Noordhorn. De basisschool van de kinderen (’t Kompas met de meesters Bert van der Veen en Kees Kugel) speelde daarin een belangrijke rol. “Je leert dan gemakkelijker mensen kennen!” Liefhebberijen? “Ja, ik mocht graag vissen, varen met een kajuitbootje, beetje zeilen… En ik ging volleyballen bij “De Spreeuwen”, een liefhebbersclubje ontstaan uit het straatvolleybal. Daar speel ik nog steeds, een recreatieve vereniging met alleen volwassenen..”

Dammend in het ouderlijk huis...

Dammend in het ouderlijk huis…

Dammen deed Herman ook, bij BZN. Na zo’n 3 à 4 jaar moest hij daarmee ophouden, te belastend. “In 2007 ben ik weer begonnen. Nu ben ik ook bestuursvoorzitter, na het overlijden van Egbert Fokkinga. We gaan ook weer competitie spelen, bij de Nieuwe Noorder Dambond. En in december hebben we natuurlijk het befaamde “Gouden Leeuw Damtoernooi”! Nieuwe leden? Graag! Laat ze maar komen!” Voor de damclub BZN zamelt Herman koper in, “oude koperdraden bijvoorbeeld, of andere metalen.” De damclub wilde bij het 30-jarig bestaan graag iets bijzonders doen, maar had onvoldoende geld in kas, zodat een simultaanwedstrijd met grootmeester Harm Wiersma niet kon doorgaan. “Sponsorgelden? Het lukte ons niet…. Nu proberen we het op deze manier! Ala mensen iets hebben, kunnen ze contact met mij opnemen!” (Herman Scholte, tel. 0594 503192)
Nee, dammen doet Herman niet de hele dag…. Bij zijn afscheid in Marum kreeg hij als tastbare waardering cadeaubonnen en samen met een greep in de bus met spaarcenten leverde dat voldoende op om een metaaldetector aan te schaffen!

Met de metaaldetector op stap!

Met de metaaldetector op stap!

Zo’n “stok” wilde Herman altijd al graag hebben. Er op uit, in de buitenlucht, ontspannen! En toch ook met enige spanning: “Wat zal ik deze keer uit de grond halen?!” Herman mocht als kind al graag in de grond wroeten, in bulten met huishoudelijk afval. “Wat anderen weggooiden, ging ik bewaren…!” Zijn detector werd een Garret Ace 250, een gerenommeerd merk, speciaal geschikt voor starters. “Een schot in de roos”, aldus Herman. De metaaldetector heeft me door de eerste fase van mijn ‘thuis zitten’ heengesleept!” Ja, hij vraagt netjes toestemming aan de grondeigenaar, hij gaat niet illegaal zoeken. Eén keer kreeg hij ‘nee’ te horen, “en een andere keer wilde de boer geld hebben…..” Opvallende vondsten? “Munten vooral, en in het begin vind je alles opmerkelijk!

gevonden munten...

gevonden munten…

Een pommel bijvoorbeeld, de knop van een zadel van een ruiter, of van een wandelstok. Ook loodjes van zakken met zaaigoed…. Vingerhoedjes op maisakkers! Vraag je je af hoe die daar komen…. Het blijft boeiend, altijd weer de vraag: ‘Wat zal ik vandaag vinden??!”
Nog meer bezigheden? Herman zet zich ook in voor de Tsjernobyl-kinderen! Hoe dat begon? “Met het zelf in huis nemen van een kind uit die regio!” Dat was 14 jaar geleden, bij een van de eerste projecten: “Natasha!” Er bleef contact, nadat de groep naar huis was vertrokken. Bij nog twee andere projecten kwam er een Tsjernobylkind in huize Scholte. Daarna niet meer, “de eigen kinderen ontgroeien het!” Wel ging Herman mee als begeleider bij bepaalde activiteiten. Sinds 2010 zit hij in de commissie voor gastgezinnen. “Ze zochten toen iemand en ik heb me aangemeld.”

Tsjernobylkinderen in Noordhorn...

Tsjernobylkinderen in Noordhorn…

De werkgroep en de diverse commissies bestaan bijna uitsluitend uit vrouwen, dus een man was zeker welkom. Naast Herman is er op dit moment nog een man lid van een commissie. Taak? “Het zoeken van gastgezinnen! We werken met een gezinsprofiel en met kinderprofielen. En dan gaan we kijken of er een goede match is!” Herman maakt al sinds 2001/2002 reizen naar Wit Rusland. “Ons eerste gastkind vormde daartoe de aanleiding. Je houdt contact. We zijn toen met een bus vol mensen naar Wit Rusland geweest!” Dit jaar is Herman al weer enkele keren naar Oost-Europa gereisd. “Eén keer als werkgroeplid om de kinderen op te halen! Een andere keer als medewerker van de Stichting Radoeka (= regenboog), hulp aan een kindertehuis. Tijdens een gastouderreis liepen we destijds in Rechytsa. Zagen we kinderen in een kindertehuis, van wie de ouders, drankverslaafden, gedwongen een ontwenningskuur moesten volgen, een half jaar. De omstandigheden in het tehuis waren niet best, dat stuitte ons tegen de borst. Toen hebben we met elkaar de vraag besproken: Kunnen wij iets betekenen??! En daaruit is de Stichting Radoeka voortgekomen!”

Herman Scholte in Wit Rusland

Herman Scholte in Wit Rusland

Kleinschalige hulp, heel concreet, doelgericht. Dankbaar werk en bijzonder gewaardeerd! (Meer weten? www.stichting-radoeka.nl)
O ja, nog een opvallende bezigheid: Het werken met afvalhout! “Een plezierige vrijetijdsbesteding! Ik maak iets van goed hout dat wordt weggegooid. Ik denk dan altijd: ‘Daar kan ik nog wel iets mee!” Hout koopt Herman dus niet, “alleen de schroefjes, slotjes etc.” Hij maakt o.a. vogelhuisjes, insectenkasten en voederbakjes. Als mensen een idee hebben, kunnen ze zich bij hem melden. “Interactie!”
Herman Scholte, een bezige, betrokken Noordhorner, die zijn burn-outs overwon. Eentje die, samen met zijn gezin, thuis raakte in dit dorp. ‘Verwondering’ blijft een kenmerk van hem, en ‘bereidheid tot helpen’! (JB)

Nog eens: Herman Scholte in Belarus...

Nog eens: Herman Scholte in Belarus…

 Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, november 2014 (jaargang 11, nummer 10)

Advertentie

Over janbee

Na toename vrije tijd verklaarbare groei van interesse voor geschiedenis. Met name betreft het dan het verleden van mijn woonplaats Noordhorn, een eigenzinnig dorp met een (voor mij nog te ontdekken) schat aan historie.
Dit bericht werd geplaatst in Noordhorn (regio), Noordhorn actueel en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.