Vanmorgen zag ik hem dan eindelijk eens echt (weer) bezig! Of, beter gezegd, háár….. De sperwer! Al een aantal jaren ben ik (bijna) geobsedeerd door tuinvogels. Niet alleen ’s winters, als extra hulp nodig is, maar het hele jaar door. Daarbij gaat mijn aandacht vooral ook uit naar de “gewone jongens en meiden”, de huismussen. Hoe gedragen ze zich? Wat eten ze? Wanneer? Hoe? Waar verbergen ze zich voor dreigende gevaren, zoals de jongste kat van de buren? En vooral, hoe redden ze het vege lijf, als er, altijd onverwacht, een sperwer met bijzonder snode bedoelingen opduikt? Vorig jaar was ik er getuige van dat een sperwer haast achteloos een (jonge) mus van een tak van de krentenstruik meepikte…
Het gedrag van de groep mussen die ik probeer in stand te houden, als het even kan te vergroten door bijvoeren, is “nerveuzer” geworden. Er duikt vaker blijkbaar een sperwer op, want de kat van de buren is echt een bedreiging van een lagere orde. (Al vind ik dat er in onze buurt wel erg veel katten in andermans tuin rondlopen…) Een houtduif heb ik al een poosje niet meer gezien, de gelederen van de tortels zijn uitgedund en de mezen zijn minder frequent aanwezig. Al duikt er nog wel eens eentje op, een zonnebloempit vergarend uit de voedersilo. De mezen zien er momenteel erg verfomfaaid uit door de intense zorgen en het energieverbruik om de jongen groot te brengen. En dat is het nou juist ook met de sperwers, denk ik…. Het paartje dat onze tuin tot vrij jachtgebied heeft verklaard, heeft waarschijnlijk ook jongen en dan moet er extra voedsel worden ingeslagen. Ergens hoog in een boom zal dat nest zitten. Bij de kerk? De monumentale kastanjeboom? Ik weet het niet, ik heb het nest niet gelokaliseerd. Vooral het vrouwtje vormt een sterke bedreiging voor de kleinere vogels als mussen, mezen, spreeuwen, merels en zelfs tortels… Dat vrouwtje is nu eenmaal een stuk groter dan het mannetje, het kan wel zo’n 40 cm worden.
Vanmorgen stond ik net buiten, toen de alarmkreet van de mussenwaarnemingspost het hele peloton supersnel veiligheid deed zoeken: in de uitgedunde ligusterheg, de kamperfoelie, de thuja’s, de bamboe…. Het sperwervrouwtje was onverwacht snel ter plekke, vloog driest tussen de takken van de krentenstruik door, zonder succes, deze keer. Kwam terug en volgde een musje dwars door de bamboetop. (Eerder al zag ik ooit een sperwer die even in de problemen kwam in onze kamperfoelie…) Toen vloog het weg, naar het zuidoosten. Zo te zien geen prooi in de klauwen. De musjes hielden zich even gedeisd, moesten eerst weer op adem komen. Een kwartiertje later kwamen de eerste, heel schuchter, weer in de buurt van de silo. Nee, een zorgeloos bestaan hebben onze tuinvogels niet. Maar ja, een sperwer is tenminste een natuurlijke bedreiging. Katten zijn cultuurbeesten, die horen op gepaste afstand te blijven!
Zijn er trouwens andere tuinvogelwaarnemers met vergelijkbare waarnemingen? Ik ben benieuwd!
Foto’s: van internet geplukt……