Harko Bijma, de man in de stofjas, nog steeds oud papier verzamelend “voor de kinderen van de school!” De brommerrijder, de klaverjasser, de ‘aanpoter’ die helpt bij stevige klussen van Dorpsbelangen… Wie kent hem niet? Negenenzeventig is hij intussen, in april volgend jaar hoopt hij 80 te worden! Portret van een dorpsdoener, terecht eerbetoon voor een bijzondere vrijwilliger:
Harke Bijma (“maar iedereen noemt me Harko…”) is geboren in april 1933, een van de zes kinderen van Halbe Bijma en Sietske Bijma-van Sloten (Sietske was een van de beroemde Noordhorner drielingmeisjes). Harko’s broers Folkert en Pier zijn overleden, evenals de zussen Dientje en Gaitske. Zus Sietske woont in Harlingen. Harko werd geboren aan de Noorderweg, naast het huis van Albert Postema, wagenmaker en grondlegger van het latere carrosseriebedrijf. (Pand inmiddels afgebroken). Toen de eerste nieuwe huizen aan de Verlengde Oosterweg konden worden betrokken, verhuisde de familie Bijma naar nummer 7 (nog steeds het woonhuis van Harko). “Dit waren de eerste vier huurwoningen, je kon nog uitkijken over het veld naar Den Ham!” Harko ging naar de Nutskleuterschool aan de Achterweg, waar vrouw Van der Molen (“Taande Molen”) de scepter zwaaide (en de ‘buusdouk’ om de diverse kleuterneuzen af te vegen…) Opa en opoe Van Sloten woonden aan diezelfde Achterweg, naast Wonderman en Bargerbos. Niet altijd vrolijkheid troef: “Vrouw Wonderman verdronk ien e graacht bij Schuiringa…”
Na de Nutskleuterschool naar de Openbare Lagere School aan de Langestraat, “voetballen bij de kerk, jongens en wichter apart”. Geen langere schoolperiode voor Harko, aan het werk! Eerst op de ‘melkfabriek’bij Grijpskerk. “Wat ik deed? Van alles: inpakken, auto’s laden en lossen…” Toen naar de steenfabriek bij Feerwerd, “stenen in de oven zetten, uit de rekken.” Harko werkte daarna op de suikerfabriek Hoogkerk-Vierverlaten (CSM), ging daar met enige trammelant weg, waarna hij bij een wegenbouwbedrijf achter Niezijl terecht kwam. “Pa waarkte doar ook!” Bij werkgever nummer 5 bleef Harko het langst: bouwbedrijf Jarino in Roden. Negentien jaar werkte Harko daar, eerst in de woningbouw, later als cateraar en bouwvakker bij het bouwen van noodscholen (de topic van Jarino in die jaren), “funderingen leggen en zo…” Na die kleine twintig Jarino-jaren was het afgelopen, Harko in de WW, geen baan weer… “Te oud, ach, waist wel hou dat gait…” Harko was steeds bij zijn ouders blijven wonen aan de Verlengde Oosterweg. Pa Bijma werd ziek, overleed toen hij 80 was, op Hemelvaartsdag, “ik wol net noar t voetballen”. Tot het laatst verzorgd door zijn vrouw Sietske en zoon Harko. (“Moeke was doof aan één oor, raip ik heur, heurde ze t eerst nait, was pa al dood…”) Moeke Sietske overleed op 87-jarige leeftijd, ook thuis: “Schoon en schoon of…” Harko bleef alleen achter, “mor ik red mie best!” De was wordt voor hem gedaan en zijn zuster komt eens per maand om het huis een goede beurt te geven. En de gezondheid? “Goed”, zegt Harko, “k bin net noar t ziekenhuus west veur controle!”
Als bijna-tachtiger heeft Harko een druk bestaan. Al jaren haalt hij her en der in Noordhorn oud papier op ten bate van de kinderen van de OBS De Molshoop aan de Oosterweg. Aanvankelijk verzamelde Harko het papier thuis in een schuurtje en een kippenhok, de school zelf bewaarde het papier eerst in de kelder, later in een zelf gemetseld schuurtje (afscheiding van het fietsenhok). Dat liep op beide plaatsen uit de hand, er kwamen bezwaren van bevoegd gezag en van buren. Toen is de VIROL-container bij het schoolgebouw verschenen met een entree aan de Kastanjestraat (Overigens stond de container eerst op de P-plaats bij het sportgebouw; na moeizaam overleg met de gemeente kwam er uiteindelijk bij de school een speciale plek). Tegenwoordig is Harko en ophaler en containerbeheerder. Hij brengt zelf het door hem verzamelde papier naar de container en ruimt ook het door derden bij de container neergezette papier op. Bovendien is hij een ware meester wat het zorgvuldig inpakken van de container betreft. Zo heeft Harko de hele week “iets te doen”: ’s morgens al vroeg met een kar vol naar school. Daar de kar leegmaken, een bak koffie drinken en dan langs zijn klanten, inclusief het bedrijventerrein. ’s Middags tegen een uur of half 3 is het mooi geweest, een punt erachter!
De zondag is dan om bij te komen, een visitedag, of een voetbaldag, even kijken op het sportveld in Zuidhorn. (“Nee, niet ast regent…”) Dat voetballen is een tweede ‘passie’ van Harko, al is het fanatieke er intussen wel een beetje af. Als schoolkind was hij het liefst de hele dag aan het voetballen, vaak op het jongenschoolplein bij de kerktoren. Ja, hij heeft ook gespeeld bij de v.v. Noordhorn. Eerst op een veld achter “De Gouden Leeuw”, in een rood-wit gestreept shirt. “Willem Brilstra was der toen ook bij, en Oebel Triemstra, Noordveld, Postema…” Later werd er gevoetbald op een veld bij de boerderij van Veenstra (nu Stenekes, het veld lag ongeveer waar Schuiringa nu meestal mais laat groeien). En bij uitwedstrijden? “Gingen we op de fiets!” Na de fusie speelde Harko bij de v.v.Zuidhorn op de nieuwe velden aan het Van Starkenborghkanaal, “n joar loater kwam de zotterdag derook bij!” Waar stond je in het elftal? “Back”, aldus het resolute antwoord, “ik kon haard lopen, n waarker!” Harko heeft het idee (net als de meeste oud-voetballers…) dat het vroeger gezelliger was. “Wij voetbalden n moal tegen de studenten. Wij waren mor met tien man. Nou, toen gingen zij ook met tien speulers t veld ien…!” Eén keer werd hij met een lager Zuidhorn-elftal kampioen, “speulde de zeun van börgemeester Stronkhorst ook mit”. Ja, hij heeft ook nog een poosje bij Pelikaas S in Oostwold gevoetbald. Had hij even genoeg van Zuidhorn…. Was hij één keer een paar minuten te laat, mocht hij niet meer meedoen. “En n aander hoalen ze uut zien nust…! k Ben votdoadelk vortgoan, noar Ezinge, doar speulde t eerste. Heb Lodewegen aan zien mouw trokken (Lodewegen zat in het bestuur) en zegd dat k der mit stopte.” En het voetballen nu, anno 2012? Harko gaat regelmatig nog eens kijken naar het eerste, “as t goed weer is!” Laatst zag hij Zuidhorn met 2-1 winnen van Bedum, “ze doen t goed!” Harko ziet veel voetbal op het TV-scherm, zondagsmorgens al om 8.30 uur, Engeland! Harko’s favoriete club? FC Groningen! Met Kees Smit (oud-lid papierploeg OBS) is hij meegeweest naar het Oosterpark en ook al eens naar de Euroborg!
Klaverjassen is een derde passie van Harko. Ook dat doet ie bij de voetbalclub, eens per maand in het eigen voetbalhome. Vaak gaat hij zaterdagsavonds naar het dorpshuis in Den Horn, uitgezonderd de laatste zaterdag van de maand. Die is voor de aloude sociëteit ‘Concordia’, in het dorpshuis te Noordhorn. Daar klaverjast Harko ook maandelijks bij “Hille Dijck”(= Dorpsbelangen), de een na laatste vrijdagavond. Als kwajongen leerde Harko het kaartspel thuis van zijn vader, spelenderwijs.
Oud papier, voetbal, klaverjassen… “Nee, ik goa niet achter de geroaniums zitten! Ik goa deur zo laank as t kìn!” Vanzelfsprekend is de OBS De Molshoop in haar sas met deze supervrijwilliger, en de vaste klanten in het dorp niet minder. Volgend jaar wordt hij tachtig, maar achter de geraniums? “Vergeet t mor!” (JB)
Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, januari 2013 (tiende jaargang, nummer 1), maandelijks orgaan van de handelsvereniging “Fortuna” en de Vereniging Dorpsbelangen Noordhorn.
Jan wat een goed verhaal over Harko,deze mensen hadden het arm in de oorlog,weet nog dat de zwieneeerappels door Harko uit de kookpot werden opogegeteh.Goed sociaal mens en laat hem het papier nog lang bie moeke ophoalen.
Zie over de drieling van Hakke Diene:
http://groninganus.wordpress.com/2014/01/04/hakke-diene-en-haar-drieling/
Pingback: Hakke Diene en haar drieling | groninganus