Henk van Agteren (75): “Je mouten mörgen helpen mit spitten..”
“Nee, het was niet de bedoeling om in Noordhorn te blijven, maar eerlijk gezegd bevalt het wonen hier uitstekend!” Aan het woord Henk van Agteren, sinds eind 1972 bewoner van Noordwijkweg 12, daarvoor “Stadjer”. Gesprek met een vieve zeventiger, een man die niet houdt van opvallen, maar wel iets te vertellen heeft:
Henk van Agteren, geboren in juli 1935 in de stad Groningen, komt eind 1972 met zijn gezin naar Noordhorn, naar de Noordwijkweg. Hij is in 1961 getrouwd met Marga van Heuveln (die in 2002 overleed) en heeft twee zoons: Michael (Zuidhorn) en Martin (St Annen) en zes kleinkinderen. Bewuste keus voor Noordhorn? Nee, eigenlijk niet. Henk is getipt door Jan van Veenen, destijds wethouder in de (kleine) gemeente Zuidhorn en evenals Henk werkzaam aan de Rijksuniversiteit in Stad. “Ga maar eens met Cruiming praten, in Zuidhorn”. Vervolgens zaken gedaan met de aannemer uit Surhuisterveen. De keus valt op Noordwijkweg 12, een van de zes ruime twee-onder-een-kap-woningen, tegenover toenmalige kweker Klaas van Dijk. Toezegging: “November 1972 zijn de huizen klaar, dan kunnen jullie er in!” Voor alle zekerheid nog eens gevraagd: “Ja zeker, dat redden we ruimschoots!” Woning in de Stad opgezegd, maar…… November 1972 zijn de huizen niet klaar. Improviseren, want het huis in Groningen moét worden ontruimd. Veel van de spullen verhuizen naar de schuurruimte van kweker Van Dijk, de slaapkamers zijn beslaapbaar. De inwonende schoonmoeder gaat tijdelijk naar familie in Zuidhorn, de kinderen worden uitstekend opgevangen aan de overkant bij de familie Van Dijk. Na drie weken keihard (mee)werken, is de woning alsnog bewoonbaar. (“Al moest je toen niet naar de tuin kijken. Een grote modderboel, met hier en daar slordig neergelegde tegels…”)
Een pioniersbegin dus in Noordhorn voor de familie Van Agteren, “om te heugen…” Henk zelf is in de Stad geboren en getogen. Hij bezoekt de OLS aan de Parkweg en de MULO aan de Menno van Coehoornstraat. Gaat daarna aan het werk en doet in de avonduren (drie avonden per week) zijn HBS-studie (gebouw Sint Janstraat), ook tijdens zijn militaire diensttijd halverwege de jaren vijftig. (“Liftend naar en van Groningen, ook al mocht dat niet…”) Henks eerste werkgever is de PTT, waar hij op kantoor komt, administratief werk. In 1961 trouwen Henk en Marga en gaan ze in Winschoten wonen, Henk heeft een baan gekregen als verzekeringsinspecteur. In 1963 volgt de terugkeer naar de Stad, waar Henk aan de slag gaat bij de gemeente, ‘op Personeelszaken’. Vijf jaar later verruilt hij de Gemeente voor de RuG, de Rijksuniversiteit Groningen. Ervaring doet hij op bij de Dienst Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken’ en de ‘Dienst Ontwikkelingsplan’. In 1976 verhuist hij naar het Algemene Secretariaat en wordt griffier van de Universiteitsraad. In 1991 krijgt hij de mogelijkheid vervroegd uit te treden en grijpt die kans met beide handen, nog “maar” 56 jaar oud… (Op basis van een werkgelegenheidsmaatregel: Plaats maken voor een jongere, die anders zou worden ontslagen).
Hoe is de kennismaking met Noordhorn bevallen? Henk is eenduidig in zijn antwoord: “Prima!” Overigens is hij al eens eerder in Noordhorn geweest, bij Postema aan de Noorderweg, om de auto te laten tectyleren. “Maar ja, dan zie je niet zoveel van het dorp, je let er niet zo bewust op”. Het acclimatiseren is sterk bevorderd door de gelijktijdige komst van zes gezinnen met kinderen. Bij de Van Agterens werd een instuifavond georganiseerd. Inmiddels zijn vier van die zes families naar elders vertrokken, alleen Marchien Siertsema is naast Henk van Agteren bewoner van het eerste uur. Overigens meldt “het dorp” zich snel na de komst van het gezin Van Agteren. “Er kwam iemand langs: ‘Je mouten mörgen helpen mit spitten, der mout plastic in de diek van de iesboan…’ En Van der Kloet was de baas van de werkploeg, Reinalda de wegbereider van de Vereniging Dorpsbelangen. Henk helpt ook een handje bij de bouw van het eerste dorpshuis, bij het sportveld. Hij is in de beginfase een tijdje bestuurslid van de gymclub geweest, de NGC, nu Sportvereniging Noordhorn. Hij wordt kascommissielid van ‘de hertenkamp’ en kwitantieloper voor Dorpsbelangen Noordhorn. “Ja, buurman Jaap Tempel werd ervoor benaderd. Die zei “Dat wil ik wel, maar dan moet Henk ook…” Ik ben er net mee gestopt, het is welletjes geweest”. Als er bij de komst van het nieuwe dorpshuis aan de Noorderweg vrijwilligers voor diverse werkzaamheden worden gevraagd, geeft Henk zich plichtsgetrouw op. “Niets gehoord…”, aldus Henk, “maar dat’s niet erg, ik heb het in en rond het huis druk genoeg, ik hoef niet meer.”
“Ja”, zegt Henk, “het kan vreemd lopen. Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin, terwijl we aanvankelijk van plan waren na vier à vijf jaar te verkassen naar Noord-Drenthe. We hebben eigenlijk altijd een goed contact met de buren gehad, vanaf het eerste begin, getuige ook de geweldige opvang door het kwekersgezin aan de overkant. “Ik zie nog kweker Van Dijk in de kamer zitten zijn pijpje rokend, tijdens de hevige storm van eind 1972. Och, dacht ik, niks aan de hand. Van Dijk zit rustig in de kamer… Later vertelde hij me dat ie doodsbenauwd voor storm was, hij durfde gewoon niet naar buiten…” Hoe de toekomst van Noordhorn er uit ziet? “Ik heb geen idee!” Al vindt Henk de gekozen oplossing voor de verlegging van de N355 (“met die gekke kronkel”) bijzonder ongelukkig. Zelf sport hij nog steeds 2 x per week in Groningen op het sportcentrum van de universiteit. “BOMmen, bewegen op muziek, echt zware gymnastiek”. Ooit liep Henk ook de Vierdaagse van Nijmegen, samen met zoon Michael en een vriend. “Had pa minder moeite met die vier wandeldagen dan de jonge knapen…” Wandelen doet Henk niet zo veel, zijn voorkeur gaat uit naar joggen, “het betonpad op en neer, behalve als er sneeuw ligt”. Henk geniet van zijn goede gezondheid, is zelden of nooit ziek. En er is een sterke familieband, “vereenzaming” is er niet bij! (JB)
©foto’s: jan blaauw, januari 2011
Eerder in beknopte vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, februari 2011 (8e jaargang, nummer 2)

