Wietske Kloosterhof-Boomsma (65): “Bessen plukken bie Geut…”
“Jan!!” Wanneer ik de schaduwkant van het grote appartementengebouw in het Gelderse Elst bereik, klinkt er gidsend een stem van de bovenste galerij, vier hoog. De zon schijnt, Wietske Kloosterhof-Boomsma staat zomers gekleed, een lach op haar gezicht, de weg te wijzen richting hoofdingang. Je moet er wat treinkilometers voor verslinden, maar dan krijg je er ook iets voor terug: Een geanimeerd gesprek met een oud-Noordhornse die met een positief gevoel terugdenkt aan haar kinder- en jeugdjaren in dat eigenzinnige Groninger dorp.
Wietske Kloosterhof-Boomsma is in februari 1945 geboren, in het rechter diakoniehuisje aan de Nieuwstraatkant (nu garage Jan Tempel Jzn). Zij is het eerste kind in het gezin van Koert Boomsma.Van buurvrouw Aaltje Visser mag ze geregeld in de kinderwagen in de achtertuin van de Vissers staan. De diakoniehuisjes hebben immers geen tuin… In hetzelfde huisje woont achterin het gezin van Jan de Boer, met dochter Grietje. Wietske krijgt in de loop der jaren gezelschap van vijf broertjes en een zusje: Koert, Johan, Sjoerd, Piet (ja, de voorlichter van de Groninger politie…), Henk en Ria. Op deze gezinsgrootte is het ‘armenhuisje’ niet berekend. Het gezin Boomsma verhuist in 1950 naar de Achterweg, naar het huis waarin de Kamstra’s hebben gewoond. In 1955 volgt de verhuizing naar de Torenstraat, eerst aan één kant, later in het hele pand. (Nú Henk Koets). Als Wietske 16 is, gaat het gezin naar de Stad, is de Noordhorner periode voorbij. Wietske krijgt verkering, trouwt in 1965 met Menno Kloosterhof, die evenals zij bij de DOMO werkt. Zoon Jan wordt in 1966 geboren, de tweede zoon Koert een jaar later. Koert wordt ernstig ziek, longontsteking, overlijdt voor zijn eerste verjaardag. Ook Wietske haar man wordt ernstig ziek, knapt gelukkig weer op, maar wordt niet weer de oude. De DOMO-baan blijkt te zwaar. In 1971 besluiten ze naar Apeldoorn te verhuizen, Menno wordt daar koster bij de Gereformeerd Synodale Kerk. In 2001 besluiten ze naar Bemmel te verkassen, dichterbij zoon Jan, die in het Limburgse Stein is neergestreken. In 2007 overlijdt Menno; Wietske besluit naar Elst te verhuizen, naar een comfortabel koopappartement op de vierde verdieping. Ze geniet van het uitzicht, heeft het echter ook druk met vrijwilligerswerk o.a. bij Vluchtelingenhulp.
Wietske is in Noordhorn naar de Nutskleuterschool geweest, aan de Achterweg. Heldere herinneringen heeft ze niet echt, slechts enkele beelden. Bij een tante in Enumatil krijgt ze een keer een bank op de voet, levert een fikse ontsteking op. Rust is geboden, voet op de stoel, zuiveren in water met soda. (“Ik dacht dat het suikerklontjes waren…”) Niet alle buren herinnert ze zich, wel de familie Geut aan de overkant van de Nieuwstraat: “We gingen daar vaak bessen plukken, al vond ik de zwarte niet zo lekker”. En de familie Lodewegen, spelen met dochter Bieuwke (zie foto).
De bedstee in het diakoniehuis herinnert Wietske zich, evenals die in het huis aan de Achterweg, tussen Bargerbos en Wonderman. “Was ik eens ziek, mázelen. Lag ik in de bedstee, bedsteedeuren bijna dicht…” Dan denkt ze ook aan de Sinterklaasviering. “Zie ik een zwarte hand om de hoek van de deur komen, pepernoten strooiend…” Herinneringen aan onweer. Moe Boomsma is heel erg bang voor onweer, maar heeft het niet op de kinderen overgedragen. Toen het eens flink onweerde in de periode-Torenstraat, zei pa Boomsma: “D’r kan niks gebeuren! De toren heeft een prima bliksemafleider!”
Na de Nutskleuterschool gaat Wietske naar de School met de Bijbel in Zuidhorn, aan de Gast. “Altijd lopend, de eerste drie jaar in ieder geval. Ik weet eigenlijk niet meer zo precies wanneer ik een fiets kreeg. Het was in de Torenstraat, toen was ik 10, of ouder.” Koert Boomsma heeft geen fors inkomen, in het gezin wordt elk dubbeltje omgekeerd voor het wordt uitgegeven. Pa Boomsma handelt in van alles en nog wat, verkoopt kalenders, heeft een agentschap van Turkenburgs Zaden, doet in ‘veegeneesmiddelen’, is melkcontroleur, maar ook meer dan 12½ jaar koster van de Ned.Herv.Kerk. “Toch hadden we een gezellige jeugd”, aldus Wietske. Met enige weemoed denkt ze terug aan ‘de krant op tafel, samen doppinda’s (‘sauskes’) eten. De spelletjes zoals “Mens-erger-je-niet!”en het door Koert en broer Pop Boomsma samen ontworpen “Flinten”, met 10 x 15 triplexplaatjes, voorzien van de nummers 1 tot en met 15: “Wie is het eerst de stapel kwijt?” (zie foto).

Het spel FLINTEN gespeeld in het gezin van Koert Boomsma: 10 x 15 triplexplaatjes met nummers. Wie kent het spel????!!!
Het gezin krijgt pas laat de beschikking over een TV, de opgroeiende jongens gaan wel eens bij anderen TV-kijken…
Wietske maakt de verhuizing mee van de school naar de Geert Waldastraat, de Vrijgemaakten gaan naar de Boslaan. Ze zit ook nog enkele jaren op de Chr.ULO. Door ziekte moet Wietske de eerste klas overdoen, in de tweede gaat het mis. Wietske wordt gehinderd door een sterke negatieve faalangst. . “Ik was als de dood dat ik een beurt kreeg…” De Noordhorner ULO wordt ingeruild voor de Prinses Julianaschool in Stad, opleiding ‘Huishoudassistente’. Wietske gaat bijna een jaar ‘op kantoor’ bij de firma Tiktak. Ze volgt de ‘Opleiding Ziekenverzorging’ in het pas gestichte “Zonnehuis”, maar dat blijkt het toch niet te zijn. In 1964 komt ze op kantoor bij de DOMO, waar ze Menno Kloosterhof ontmoet met bovengeschetste levensloop als vervolg.
Verdere herinneringen aan Noordhorn? Boodschappen doen bij Trip aan de Noorderweg, of bij bakker Wildeman. De lekkere allerhande-koekjes van bakker Van der Horn, of de mokkaschuimkoekjes… De melkboer aan de deur, het kleine winkeltje van vrouw De Vries bij de school aan het plein, de zondagschool van de Hervormde Kerk met Jantje Dijk en Fennie Dijck, de vossenjacht in de week voor Sinterklaas, etalages bekijken vanwege een raadspel of het zoeken van foto’s….
Het leven van Wietske is niet altijd over rozen gegaan, toch staat ze er nog middenin, ondanks het overlijden van haar man in 2007. “Misschien waren we wel Hervormd gebleven, als we niet uit Noordhorn waren vertrokken. In de Stad was het ánders. Te vrijblijvend. We hebben hier een geweldige gereformeerde gemeente in Elst, ik wil die gemeenschap kunnen voelen en dat lukt hier. Het versterkt, het ondersteunt je geloof!” (JB)

Het appartementengebouw aan de rand van Elst met rechtsboven de prachtige woonruimte van Wietske Boomsma
©foto’s 1,4,5: jan blaauw, 13 juni 2010
foto’s 2 en 3: bezit Wietske Kloosterhof-Boomsma
(Interview eerder gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, juli-augustus 2010, 7e jaargang nummer 7)



Hallo
ik googelde mijn meisjes naam in en kwamop deze site terecht (Jolanda Rieske). Ik sta op een onderschrift bij een foto.
Helaas ben ik dat niet.
Ik ben op de obs de molshoop gekomen met kerst toen ik 9 jaar oud was.
Ik kwam in de klas bij Meester Goos. Ik kan dus niet het meisje op de foto zijn die in de eerste klas zat bij juffrouw vd Velde.
Hallo Wietske, ik was wat aan het surfen toen ik jou verhaal tegen kwam ik vond het een erg leuk verhaal.
Heel veelgroetjes van ons hier Mineke en Henk
Hoi Mineke,
Wat leuk dat er van jou een reactie op mijn verhaal kwam.
Alles goed bij jullie? Hier gaat het allemaal z’n gangetje.
Jullie hebben dus ook internet. Wat is jullie e-mailadres?
Kunnen we dus mooi zo nu en dan even mailen?
groetjes
Wietske