Het boek “Noordhorn vanaf de schamel”(samengesteld door Piet Helmus naar aanleiding van brieven van de vroegere Noordhorner schoenmaker Hes) zette iets bij haar in beweging. Met “haar” bedoelen we Dineke Paetzel-Veenstra, nu woonachtig in het Overijsselse Rijssen, maar in 1934 geboren aan de Noorderweg te Noordhorn. Ze belde samensteller Piet Helmus en via hem kwam het contact met “Noordhorn Nu” tot stand. Ruim baan voor een betrokken kleindochter, over een bevlogen grootvader die bijna 100 jaar geleden veel te vroeg overleed. Bedoeling? Het behoeden van grootvader Jetse Veenstra voor de vergetelheid. En: een evenwichtiger beeld schetsen van de arbeiderssituatie eind negentiende, begin twintigste eeuw. “De drank en de liederlijkheid die veelvuldig opstijgen uit de schoenmakersbrieven van Hes waren niet kenmerkend voor álle arbeiders in die jaren!”
Dineke Paetzel-Veenstra (79) is geboren aan de Noorderweg B80, “tegenover het kerkhof!” Vader Jan Veenstra is agent voor “De Arbeiderspers”, werkt later voor het Bouwfonds Ned. Gemeenten, wordt verzekeringsagent. Het gezin Veenstra verhuist in 1935 naar Hoogkerk, “mijn moeder vond de aanwezigheid van de begraafplaats erg deprimerend.” In 1940, vlak voor de Duitse inval in en bezetting van Nederland, gaat het gezin Veenstra naar Haren. Dineke doet de kleuterkweek in Groningen, gaat aan het werk in Smilde en Assen. In de vijftiger jaren leert Dineke haar latere man kennen, Manfred Paetzel, Duitser van geboorte, afkomstig uit Oost-Saksen, het gebied rond Königsbergen. Ze trouwen, vinden een woning in Almelo. Drie kinderen krijgt het echtpaar Paetzel-Veenstra, een van de drie, een dochter van 15, verongelukt. Na haar 40ste haalt Dineke nog enkele vakdiploma’s, handvaardigheidaktes. Ze heeft nog geruime tijd, één dag per week, les in handvaardigheid gegeven. Haar man is jaren lang onderhoudsmonteur geweest, inmiddels zo’n 25 jaar bij huis, vervroegd gepensioneerd.
“Maar het gaat niet om mij”, zegt Dineke Paetzel met enige nadruk, als ik haar (en haar man) opzoek in Rijssen. “Het gaat om mijn grootvader, Jetse Veenstra!” Dineke vertelt dat haar vader, Jan Veenstra, de oudste zoon van Jetse, een groot deel van zijn leven bezig is geweest met het doorgronden van zijn vaders bezigheden in de arbeidersbeweging. Vader Jan trouwt met Neeltje Klaasen (geboren in Oude Pekela), ze leren elkaar kennen via de AJC, de Arbeiders Jeugd Centrale, befaamd vanwege de Paasheuvelmeetings. Jan heeft een “aartje naar zijn vaartje”, hij is al op zijn achttiende voorzitter van de SDAP-afdeling Noordhorn. Jan heeft twee broers, Auke en Lukas, en twee zussen: Klaaske en Lutske. (Klaaske werd als kind uitbesteed ”bij familie”). Er zijn meer kinderen geweest in het gezin van Jetse Veenstra, maar die zijn heel jong gestorven.
Grootvader Jetse Veenstra, om hem gaat het dus.. Jetse wordt geboren in 1864. Hij heeft een tweelingzusje dat op 14-jarige leeftijd overlijdt in het Doofstommen Instituut in Groningen. Veel concreets is er niet bekend over het leven van Jetse. Hoe groeit hij op? Wat is het voor kind, wat zijn z’n interesses? In ieder geval heeft het gezin Veenstra aan de Achterweg gewoond. Waarschijnlijk gaat Jetse direct na zijn schoolperiode aan het werk, dat geldt in die jaren voor zo goed als alle kinderen uit arbeidersgezinnen. Jetse wordt afgekeurd voor militaire dienst, hij is te klein, “niet aan de maat….” Hij probeert als tuinman iets te verdienen, later als koopman. Als hij trouwt met Trijntje Hiemstra, wordt Jetse geregistreerd als landarbeider. (Huwelijksregister Zuidhorn 1900, akte 7). Jetse heeft zowel een sterke hang naar rechtvaardigheid als naar onafhankelijkheid. Hij wil zijn eigen boontjes kunnen doppen. Samen met zijn vrouw Trijntje begint hij een winkel aan de Noorderweg. Het laatste pand aan de westkant, vlak voor de begraafplaats. Gaat het om het oude huis waaruit de woning van de huidige bewoners, de familie Salomons, is ontstaan? Of stond er tussen deze woning en het kerkhof nog een huis? Waarschijnlijk is het een kleine kruidenierswinkel geweest, zijn er levensmiddelen verkocht. Jetse en Trijntje weten dat de winkel te weinig geld in het laatje brengt om een gezin van te onderhouden. Bauke Hiemstra (familie van Jetses vrouw?) timmert een hondenhok. Jetse schaft zich twee honden aan die voor een kar worden gespannen. (De honden blaffen nogal, grootmoeder Veenstra is er doof van geworden, wil het verhaal…) Jetse gaat met de hondenkar zijn waren in het buitengebied aan de man brengen. Hij komt in vele gezinnen waarin het “armoetje troef” is, er wordt veel op de pof gekocht. Ook de winkel heeft op den duur een lange lijst van mensen die achter zijn met betalingen…
Jetse leert op deze wijze de situatie van de arbeiders heel goed kennen. Hij ziet de ellende waarin vele gezinnen verkeren. Hij maakt ook mee dat in verschillende gezinnen de misère wordt “verdronken”… Jetse zelf raakt de sterke drank niet aan, hij is een overtuigd anti-alcoholist. Soms grijpt de armoe die Jetse aantreft hem naar de keel, wil hij een daad stellen. Zo laat hij de behoeftige arbeiders wel eens “proletarisch winkelen”, mogen ze wat ze nodig hebben uit de winkel halen zonder te betalen. (Dan komen er echter te veel vreemde gezichten in de winkel die anders nooit iets kopen bij de Veenstra’s…)
Jetse wil iets doen aan de miserabele omstandigheden waarin vele arbeidersgezinnen verkeren. Hij is al jong zeer politiek bewust, neigt eerst naar de SDB (Sociaal democratische Bond) van dominee/anarchist Domela Nieuwenhuis. Na verloop van tijd vindt hij dat bij de SDB te veel wordt geschreeuwd, te weinig wordt gedaan. Jetse Veenstra kiest heel bewust voor de sociaal-democratische arbeiderspartij van Pieter Jelles Troelstra, Schaper, Vliegen en andere bevlogen voormannen. Naast zijn werk voor de winkel is Jetse bijna elke avond op stap voor de politiek in het werkgebied Westerkwartier. Er wordt gecolporteerd, vergaderd, aan huis- en ziekenbezoek gedaan. Diverse sprekers komen per trein naar Zuidhorn en worden dan, vaak met de hondenkar van Jetse Veenstra, naar de bijeenkomst gebracht in Noordhorn, Oldehove, Aduard….Ook Troelstra heeft op deze wijze kennis gemaakt met zijn volgelingen in het Westen van de provincie Groningen. De afdeling Noord-Zuidhorn van de SDAP stelt Troelstra kandidaat voor de Tweede Kamer, “iedereen moest hard lopen om de handtekeningen op tijd binnen te krijgen…” Ook in Noordhorn zijn bijeenkomsten gehouden, aan de Langestraat is enkele jaren een “lokaal” geweest, “De Toekomst”.
Voor de winkel en het huishouden van de Veenstra’s is het positief geweest dat Jetses moeder (Klaaske Veenstra-Bosma) jaren lang achter de winkel heeft gewoond en meegeholpen. Zij overlijdt in 1912…. Niet veel later, in 1914, volgt haar zoon Jetse, 49 jaar. Zijn zwakke gestel blijkt niet bestand tegen de veeleisende inspanningen voor gezin en partij. Eltjo Rugge (voorzitter partijgewest) schrijft in het Sociaal-Democratisch Orgaan o.a.: “Uit de gelederen der strijdende arbeiders is een trouw en wakker soldaat gevallen…”
Dat Noordhorner Jetse Veenstra niet zo maar iemand was, blijkt uit een herinnering van zijn oudste zoon Jan (de vader van Dineke Paetzel-Veenstra) aan Troelstra, uit 1929:
“In hetzelfde jaar kreeg mijn moeder gelijk. Zij had eens gezegd dat ik het evenbeeld van mijn vader was. In dat jaar gingen wij met een groep naar het Troelstraoord. Wij gingen Troelstra een bloemetje en een zanghulde brengen. We stonden in een kring rond Troelstra geschaard. Zijn ogen bleven op mij gevestigd. Daar hij onverstaanbaar sprak, vroeg hij via zijn vrouw of ik een zoon van Jetse Veenstra was. Hij zag het aan mijn haardos. Vader was overleden in 1914 en het was dus zeker meer dan 15 jaar geleden dat ze elkaar gezien hadden en gesproken en Troelstra een zeer druk leven achter zich had (gehad). Vader had een diepe indruk op hem gemaakt. Hij bleek een uitzonderlijk man geweest te zijn.” (JB)

Geboortehuis Dineke Veenstra, Noorderweg B80, 1934 (Nu Noorderweg 51, het huurhuis wordt door ‘Wold & Waard” te koop aangeboden)
©foto 1: jan blaauw, 15 april 2013 (Canon Powershot A495)
Overige illustraties: archief Dineke Paetzel-Veenstra (Rijssen)
Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu” juni 2013 (10de jaargang, nummer 6) – Maandelijks orgaan van de handelsvereniging “Fortuna” en de Vereniging Dorpsbelangen Noordhorn



