Kasper J. Kuper (62):‘Praatpaal voor de techniek!’

Kasper Kuper is een geboren Eenumer, heeft in het kleine Noord-Groninger dorp een onbevangen jeugd gehad. Later verhuisde het boderijdersgezin Kuper naar Appingedam. Kasper vloog uit, werd flatbewoner, ontmoette zijn latere vrouw Sietske
Miedema. Na hun huwelijk in 1982 woonde het paar korte tijd in Kaspers appartement, waar oudste zoon Henk is geboren. Het werd allemaal wat krap, Kasper en Sietske keken uit naar iets ruimers. In 1984 viel hun oog op de woning aan de Noorderweg, nummer 26, in Noordhorn. De koop werd gesloten, het huis aangepast aan hun wensen, vooral ook met hulp van Kaspers broer Jan (Godlinze), timmerman. In ’85 werd tweede zoon Dirk geboren en werd Noordhorn het dorp waarin ze zich thuis voelden. In 2005 werd Kasper via een herstructurering bij Essent vroegtijdig gepensioneerd. Twee jaar later werd bij Sietske borstkanker geconstateerd en brak een periode aan met veelvuldig ziekenhuisbezoek en dokterscontacten. In 2009 rond Kerst werd Sietske haar situatie zorgelijker. Een zoveelste chemokuur werd stopgezet, in april
2010 overleed Kasper zijn vrouw. In maart 2011 volgde het onverwachte overlijden van zijn enige, vijf jaar jongere broer Jan, timmerman en botenbouwer. Het gemis is intens, maar Kasper wil niet steeds ‘in de zielige hoek’ worden gedrukt. “Dat heeft Sietske ook
niet gewild!” Het verhaal van een no-nonsense-dorpsgenoot, ex-elektrotechnicus,
geslagen, maar niet verslagen:
Kasper Jan Kuper (62) ziet het levenslicht op 26 november 1950 in Eenum bij Loppersum. Eenum heeft op dat moment zo’n 150 inwoners en een bloeiend dorpsleven. Kasper gaat in 1955 naar de kleuterschool in Zeerijp. De eerste maanden wordt hij gebracht, daarna stept hij met de autoped naar school. Vervolgens gaat hij op de fiets naar de O.L.S. in dezelfde plaats, ‘tussen de middag’ op de fiets Zeerijp-Eenum vice versa. ’s Zomers wordt er gezwommen in het K.P.Zijlbad te Loppersum, het befaamde zoutwaterbad. Daar heeft hij zijn zwemdiploma’s A + B gehaald. Ook is hij in die jaren lid
van de gymnastiekvereniging in Loppersum. Nee, niet op voetbal, daar heeft hij geen trek in, al voetbalt hij wel met andere jongens op straat. Of ze doen andere spelletjes, zoals “beziedjen” (= verstoppertje spelen). “Wat hebben wij wat afgespeeld!”
Als Kasper wat groter is gegroeid, gaat hij met de oudere jeugd het veld in, slootje springen. De boeren gooien lege papieren kunstmestzakken in de sloot. “Die mochten
wij in brand steken!” Bij slecht weer biedt de boerderij van Smedema midden
in Eenum uitkomst. Daar kun je ook prima verstoppertje spelen, of hutten bouwen
van stropakken. “Een onbevangen tied!” aldus Kasper. Bij de buren, in het bezit van een TV, wordt naar Swiebertje gekeken, thuis is er immers geen televisie. Later gaan Kasper en zijn kameraden vissen in het Eenumermaar. Bij buurvrouw Zigterman worden wel eens pruimen gepikt, of krudoorns. Tot de buurvrouw witte poeder over de struiken strooit…. De jongens denken dat het DDT is, “nait aankommen!” Later vertelt de buurvrouw dat ze bakpoeder over de kruisbessen heeft gegooid…..! Kaspers vader is boderijder, heeft een beurtdienst Eenum-Zeerijp, “overgenomen van opa die ooit een snikke had, een beurtschip!” Bekostigd vanuit het Marshallplan kan Kaspers vader direct na de oorlog een legertruck kopen, die geschikt wordt gemaakt als bodewagen. Later wordt een ‘gewone’
Bedford-vrachtwagen aangeschaft.
Kasper is van de OLS in Zeerijp naar de ULO in Loppersum gegaan. De ULO-periode
blijft beperkt tot één jaar…. “De talen wilden niet, ik bleef zitten en kon toen naar de 2e klas van de LTS in Appingedam. Dat was meer ‘mijn ding’!” Ook hier ontkomt Kasper niet aan Nederlands, Engels, Maatschappijleer enz., maar in de praktijk is er in ruime
mate metaalbewerking: Draaien, plaatwerken, lassen…. Aan het eind van de tweede klas kiest Kasper voor elektrotechniek, een voltreffer. Kasper treft een uitstekende leraar, gaat met veel plezier naar school. “n Mooie tied!” Vervoer vanaf Eenum? Kasper doet alles op de fiets, zowel naar Loppersum als naar Appingedam. Hij herinnert zich nog heel goed de beruchte winter van ’63, die van Papings Elfstedentocht. “Een strenge winter, met op die dag een hevige sneeuwstorm, we kwamen op de fiets nauwelijks vooruit!” Eenum sneeuwt in, raakt afgesloten van de buitenwereld. Met man en macht wordt dat isolement weer doorbroken. Of deze omstandigheid pa Kuper heeft beïnvloed? Hij verkoopt zijn bodebedrijf, komt als chauffeur in dienst van de gemeente Appingedam. In die jaren is het een vereiste binnen de gemeentegrenzen te wonen, waar je in gemeentedienst bent.
Het gezin Kuper verhuist in 1964 naar ‘Daam’! Als Kasper in het bezit is van zijn LTS-diploma, is zijn eerste baantje bij Eekels in Hoogezand, scheepselektricien. Standplaats: Delfzijl. Veelal gaat het om het onderhoud van en reparaties aan elektrische installaties op schepen, zoals vissers- en loodsboten. Bij Eekels werkt Kasper tot zijn 21ste, dan solliciteert hij bij het Gemeentelijke Elektriciteits Bedrijf in Groningen en wordt aangenomen. Hier wordt hij in eerste instantie verkeerslichtenmonteur, volgt meteen een opleiding tot elektronicamonteur. Naast het werk blijft Kasper zich ook verder bekwamen, dat blijft niet onopgemerkt. Hij komt bij de afdeling ‘Installaties” (Inspectie en controle woonhuizen). Kasper is vooral actief in de binnenstad, bij particulieren, maar later ook bij grote winkels.

In 1976 gaat hij het huis uit, huurt een flatje voor zichzelf in Appingedam. Daar is hij lid van de jeugdvereniging van de kerk en tijdens een wintersportreis van de Chr. Plattelandsjongeren in Oostenrijk, in 1980, ontmoet hij Sietske Miedema uit het Friese Engwierum. Sietske woont op dat moment in Leeuwarden, het klikt tussen haar en Kasper. In 1982 trouwen ze, Sietske trekt in bij Kasper op zijn flat.
Op zijn werk bij het GEB breekt de tijd van de reorganisaties aan. Eerst gaat het GEB samen met het Gasbedrijf, in 1989. Daarna wordt het bedrijf in ’94 geïntegreerd in het EGD, het Energiebedrijf Groningen-Drenthe. Kasper blijft leren, raakt betrokken bij grote installaties, haalt ook zijn hoogspanningsdiploma. Hij krijgt een schakelfunctie tussen EGD en bedrijven, is betrokken bij de bouw van o.a. de “Apenrots” (het Gasuniegebouw), het Groninger Museum, de Oostersluizen en bij de nieuwbouw van het UMCG. “Ik werd een soort praatpaal voor de techniek…!” In 1996 opnieuw een herstructurering. De windenergie komt op, er komen windmolens in het landschap, vaak bij grote boerderijen. Kasper wordt technisch relatiebeheerder en enkele jaren later accountmanager windenergie voor het hele Essentgebied, inclusief de Noordoostpolder. Een drukke periode! Kasper werkt eerst vanuit Groningen, later vanuit Zwolle. Ook heeft hij een zogenaamde “thuiskamerwerkplek”, zodat hij niet elke dag naar Zwolle, Deventer of Den
Bosch hoeft te ‘vliegen’. Als Essent zich steeds verder uitbreidt naar het zuiden en de hoofdvestiging ’s-Hertogenbosch wordt, gaat Kasper in 2003 akkoord met het voorstel hem tot accountmanager grote bedrijven te benoemen. Hij wordt gedetacheerd in Groningen. In 2005 ‘moet’ het bedrijf ongeveer 500 werknemers afstoten.
“Op een avond werd ik gebeld en kreeg ik een regeling aangeboden. Ik kon op 55-jarige leeftijd met pensioen!” Kasper neemt het voorstel na kort beraad aan, hij gaat zo gezond mogelijk met pensioen!
Aan de vroegtijdige pensionering gaat op het persoonlijke vlak nogal wat vooraf. Kasper en Sietske trouwen in februari 1982 en vullen met zijn tweeën de flat in Appingedam. In mei ’83 komt zoon Henk de Kupergelederen versterken. Na een bezoek aan Sietskes vader in de “Eiberhof” in Zuidhorn gaan Kasper en Sietske met de kinderwagen op huizentoer. Ze stuiten op het woonhuis aan de Noorderweg: “Dit is het!” Noorderweg 26 wordt in 1984 gekocht. Kaspers jongere broer Jan, timmerman van professie (later botenbouwer), helpt intensief met de verbouw. Vanaf augustus 1984 zijn Kasper, Sietske en Henk Noordhorners, in april ’85 krijgen ze gezelschap van tweede zoon Dirk. Achter het huis ligt het sportveld en de ijsbaan, en toen ook nog de oude Dörpsstee! (Waarin o.a. de peuterspeelzaal, met Anneke Visser als peuterleidster, is gevestigd). Zodoende rolt Kasper haast automatisch het actieve dorpsleven binnen… (IJsbaancommissie, Dorpsbelangenbestuur, Onderling Fonds voor Zieken, Henk naar de peuterspeelzaal). De familie Kuper wordt meelevend lid van de Gereformeerde Kerk (Syn.) in Zuidhorn, maar Kasper meldt zich ook als vrijwilliger bij de Open Kerk Zuidhorn, rond de eeuwwisseling. (In het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente Zuidhorn). Na de pensionering in 2005 is er meer tijd beschikbaar voor hobby’s als wandelen, fietsen en tuinieren. (Favoriet wandelrondje van Kasper en Sietske: Rondje om het Schildmeer heen). Toch is het bestaan voor het gezin Kuper niet alleen maar “Hosanna”…. In 1999 wordt er bij Sietske borstkanker gediagnostiseerd, “gelijk vrij ernstig”. De volgende jaren komt Sietske door met een borstamputatie en medicijnen, “maar we hebben nooit het gevoel gehad dat Sietske was genezen…” In 2007 worden er bij een intensieve controle uitzaaiingen gevonden, eind 2009 verslechtert de situatie snel en in april 2010 overlijdt Sietske. “Het wilde niet meer!” Nog geen jaar later volgt het overlijden van Kaspers enige broer Jan. Ook dit verlies komt hard aan, maar Kasper gaat niet bij de pakken neerzitten. “Dat wilde
Sietske niet, en mijn broer evenmin!”
“Actief blijven”, vindt Kasper. Na zijn vroegtijdige pensionering komt hij in contact met enkele wadloopgidsen. Zijn interesse is gewekt. Hij maakt enkele zwerftochten, o.a. met zoon Henk. Dan krijgt hij op ‘zo maar een woensdag’ de mogelijkheid mee te lopen met “Willem Wad”, de welbekende Willem Schröber. “Vonst wel schier, hè?” zegt Willem na terugkeer. “Wilst wadloopgids worden?” Die kans laat Kasper zich niet ontnemen. Wat volgt is een gedegen opleiding van 3 jaar. Veel praktijk en studeren in een theorieboek.
Hij neemt deel aan sessies voor nieuwe gidsen, leert ‘alles’ over een kompas, EHBO, fauna en flora van het wad. In 2005 loopt Kasper zijn eerste tocht en maakt snel vorderingen. Favoriet? De tocht naar Engelsmanplaat! En de Brakzandtocht: Met de boot naar een zandplaat en dan lopend naar Schiermonnikoog. Soms loopt hij mee met zwerftochten vanuit Holwerd, “ook daar lopen gidsen van Dijkstra!” Kasper heeft in 2012 een totaal
van 42 wadlooptochten ‘gescoord’, van het goede iets te veel. Hij zal het dit jaar iets kalmer aan doen, maar: “Het Wad? Ik zou er niet meer zonder kunnen!”
Een tweede aansluitende hobby is fotografie. In zijn GEB-periode maakt Kasper kennis met de actieve fotoclub aldaar. Later komt de liefhebberij op een zacht pitje, het “verslonst”… De opkomst van de digitale fotografie doet Kasper besluiten de draad weer op te pakken. Na het wadloopseizoen in 2010 vraagt hij zich af: “Wat is er nou leuk om in de winter te gaan doen?” Hij schrijft zich in bij de Fotoschool Groningen (onderdeel van de FotoAcademie), doet mee aan de cursus 2010/2011 en later aan een vervolgcursus. Prachtig! Trots laat hij een foto van zijn broer zien, in zijn boot!
Uitverteld raakt Kasper niet gauw. Na Sietskes overlijden en een jaar later het afscheid van zijn broer, is Kasper dubbel blij met zijn kinderen, zijn kleinkind, de tuin, het wadlopen…. “Nee, zielig ben ik niet, wil ik ook niet zijn! Ik leef, ik mag genieten!” (JB)
©wadloopfoto’s: Hilbrand Hut
©overige foto’s: jan blaauw
Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, april 2013 (maandelijks orgaan van de handelsvereniging “Fortuna” en de Vereniging Dorpsbelangen Noordhorn)



