Noordhorn: Louwe Pijpker (70): “En ’s winters soms sneeuw op je bed!”

IMG_5282 verkl
Louwe Pijpker is geboren in het grensdorp De Wilp, in maart 1942. Het vierde kind van het halve dozijn van “lutje boer” Klaas Pijpker en Tietje Dijkstra. Een niet aflatende strijd om het bestaan, pa Klaas doet bijvoorbeeld ook de melkrit van de dichtstbijzijnde wijk. De jonge Louwe gaat in De Wilp naar de kleuterschool, als een forse brand het ouderlijk huis in de as legt en er noodgedwongen wordt verhuisd. Pa Klaas wordt boerenarbeider, eerst bij boer Geertsema nabij Aduard, daar wordt het bijbehorende arbeidershuisje betrokken. (Daar waar nu ‘boerengolf’ kan worden gespeeld…) Het volgende dienstverband gaat Klaas Pijpker aan met boer Wouda. Het gezin verruilt het kleine arbeidershuis voor de woning bij de Hervormde kerk aan de Kerkstraat in Zuidhorn. De opmaat voor nog meer verhuizingen! De eerstvolgende brengt het gezin Pijpker naar Noordhorn, naar “Het Buurtje”, aan de oostkant van de Noorderweg, met een ingang aan het pad dat later uitgroeit tot Norritsstraat.  Het is het eerste huis op de hoek, met Trientje Miedema als buurvrouw, later beginnend kunstenaar Frans Hage. In die jaren wonen er illustere Noordhorners op “Het Buurtje” zoals Roelf “Tarra” Kazemier en Klaas van der Velde (“Kloas Haals…”) . De woningen op “Het Buurtje” (de eerste woningwetwoningen van Nederland!) zijn primitieve huizen met een bedstee in de kamer en ’t huuske (de plee) buiten aan de westkant, de voorkant van het pand. “De voordeur zat op slot, die werd niet gebruikt. De toegangsdeur lag aan het pad, zo kwam je in het achterhuis met zijn granieten aanrecht. Er was een halletje met de trap naar boven. “Boven” dat was een grote open zolderruimte, via een luik te bereiken. Die ruimte, de slaapplaats van de kinderen, was verder niet afgetimmerd. Gaas, dakpannen… Soms lag er ’s winters sneeuw op ons bed…”
Het gezin Pijpker heeft zo’n zes jaar op “Het Buurtje” gewoond.  Dan krijgt het een nieuwe huurwoning toegewezen aan de Norritsstraat (van pad tot straat gepromoveerd), nummer 6, naast Korrie Kazemier-Beukema (“En op 4 woonde toen meester Hendriks, van de ULO; op 2 de familie Medema…”). Louwe ontgroeit het gezinsleven, hij krijgt verkering met Ietje Tempel (dochter van Jan Tempel en Hillie van der Sluis) die destijds aan de Noordwijkweg woonde. Louwe en Ietje trouwen in 1966. Het jonge paar komt te wonen aan de Noordwijkweg, nummer 7, het huis dat op een publieke verkoping wordt gekocht voor 12½ duizend gulden….. (en 400 gulden verplichte overname van velours gordijnen en een schuurtje…) Ietje en Louwe herinneren het zich als de dag van gisteren! Dorpsbelangenvoorzitter (en gemeentesecretaris) Reinalda is  hun bieder in café Jager. Het huis is van “opoe Kazemier”, de moeder van Leendert (later o.a. voorganger bij de begrafenisvereniging). Diens zoon Leendert woont nu aan diezelfde Noordwijkweg! Louwe en Ietje hebben tot 1983 aan de Noordwijkweg 7 gewoond, hier worden Klaas Jan en Helga geboren. Eind ’83 volgt de verhuizing naar de Langestraat 22, de woning boven de garage.

De woning boven de garage aan de Langestraat tijdens een ijzelperiode, tweede helft jaren tachtig

De woning boven de garage aan de Langestraat tijdens een ijzelperiode, tweede helft jaren tachtig

De meest recente verhuizing vindt plaats in 2001, als de huidige woning aan de Hooglanden in Zuidhorn wordt betrokken. (“We zijn eigenlijk Noordhorners gebleven”, zegt Ietje, “we hadden toen pech dat er op dat moment geen geschikt koophuis werd aangeboden. Bovendien werd een toegezegde optie ingetrokken…”)
Wat er van Louwe is geworden in al die voorbije jaren met diverse verhuizingen? Hij heeft in De Wilp de kleuterschool bezocht, in Aduard korte tijd de O.L.S. (onder leiding van meester Boekhold) en daarna de Zuidhorner O.L.S. aan de Frankrijkerlaan met de befaamde hoofdmeester Hut. Een echte studiekop blijkt Louwe niet, hij steekt liever de handen uit de mouwen om een zakcentje te verdienen, zoals bij boderijder Boerema, meehelpen met het wegbrengen van pakjes. Na de lagere school volgt de L.T.S. in Groningen, de Jan van der Laanschool, 3 jaar. In die periode komt Louwe bij fietsenmaker Sijtse de Vries als hulpje op de zaterdagmorgen. Na de L.T.S. wordt de befaamde Tweewielerman De Vries Louwes eerste, echte werkgever. Met een verdienste van ƒ12,50 per week en een allround opleiding. (Zo brengt hij o.a. dochter Hanna wel eens op de fiets naar school…) “Een bijzondere periode”, noemt Louwe het nu, “opslag zat er niet in, maar ik kreeg wel een leren jas….”  In 1959 vervolgt Louwe zijn loopbaan bij de GREMI  in Groningen. “Ik kreeg daar een rijksdaalder in de week meer, maar voor de bus was ik ƒ2,75 kwijt, zodat ik er zelfs een kwartje bij inschoot…” Bij de Gremi-garage wordt Louwe aangenomen als motorfietsenmonteur, al doet de garage  ook al in auto’s, o.a. de kleine Goggomobiels… Met de motorfietsen wordt het steeds wat minder en na een gesprek met Roelof Oosterhuis (garagehouder aan de Langestraat in Noordhorn) komt Louwe begin zestiger jaren als monteur in dienst bij Oosterhuis. De ervaring met motorfietsen komt van pas, voor de rest wordt hij in de praktijk kundig bijgeschoold door Roelof Oosterhuis zelf. Overigens is er in die jaren in dit bedrijf nog meer te beleven: Ook hier worden fietsen gerepareerd (Mekke Tempel werkt hier ook!), er worden taxiritten gereden (“Rouw en trouw”…) en er wordt stallingruimte geboden aan autobezitters in Noordhorn, zoals “Lange Jan Wieringa”, Jan Molema en Gaaikema met zijn oude T-Ford. Bij Oosterhuis haalt Louwe daarom vlot zijn rijbewijs, pure noodzaak! Garagegrondlegger Piet Oosterhuis, de vader van Roelof, is dan al ziek en keert niet meer in het bedrijf terug. In het begin zijn er nog niet veel auto’s in onderhoud, het gaat ook om Ferguson tractors. “Nee, Toyota was toen nog niet de dealer, Oosterhuis had eerst Peugeots. In de Stad begonnen toen de grotere bedrijven op te komen, daar was moeilijk tegen op te boksen…” De afdeling “fietsen” wordt trouwens afgestoten, werknemer Mekke Tempel begint voor zichzelf. Drieëntwintig jaar heeft Louwe met veel plezier gewerkt in het Oosterhuisbedrijf. Hij doet niet alleen een schat aan monteurervaring op, hij groeit ook als het ware in de onderneming, hij “ziet het werk” en is niet te beroerd iets extra’s te doen. Toch marcheert het bedrijf begin jaren tachtig niet zoals het zou moeten en is Oosterhuis gedwongen de zeggenschap over te dragen aan de Rabobank. Louwe Pijpker wordt gevraagd de lopende zaken af te handelen.
2013-02-13 18-07-11_1888 verkl
Zowel de bank als Louwe zien na een half jaar wel muziek in de onderneming. Dat wil zeggen, Louwe koopt de werkplaats aan de oostkant van de Langestraat. Het showroomgedeelte blijft te koop staan, er komt een bieder van buiten, maar Louwe weet met de bank tot een overeenkomst te komen. De officiële overdracht vindt plaats op 1 november 1983. Vanaf dat moment worden het nog vollere werkweken, zes dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat “aanpootjen”. Ook voor Ietje, die de administratie voor haar rekening neemt. Bij Oosterhuis is de garage eind jaren zestig al een Toyota-garage geworden en dat is het tot op de dag van vandaag nog steeds.
2013-02-14 22-08-31_1896 verkl
Een vaste kracht in al die jaren, in de werkplaats,  is Maarten de Vries, een belangrijke constante factor. Het bedrijf, een VOF, is nu nog van vader Louwe en zoon Klaas Jan samen, maar het is de bedoeling dat de overdracht dit jaar nog zijn beslag krijgt.
Was er in al die jaren eigenlijk wel vrije tijd? Ietje en Louwe kijken elkaar eens veelbetekenend aan…. “Nou, we hebben altijd wel geprobeerd met enige regelmaat met vakantie te gaan, uitgezonderd misschien de eerste paar jaar.” Louwe vervolgt: “Ooit zat ik ook in het bestuur van Dorpsbelangen, heb bijvoorbeeld meegeholpen bij het klaarmaken van de ijsbaan. En ik heb zo’n 23 jaar deel uitgemaakt van de vrijwillige brandweer, tot ik medisch niet meer voldoende fit werd bevonden. Overigens altijd met toestemming van Roelof Oosterhuis. Sport? Ja, nu in de sportschool en ik begin het nog leuk te vinden ook… En schaatsen natuurlijk! Vroeger op de gracht bij Bolt geleerd met behulp van een stoel, mijn oudste zus Riek als stimulator. Later heb ik ook wel tochten gereden, zoals de Noorderrondritten!”  Louwe besluit met een verhaal uit zijn werkplaatsperiode, als hij de Mercedes van een klant, die al drie keer vergeefs heeft aangeklopt bij de dealer in Groningen, wel aan de praat houdt. Dankzij het vastmaken van een veertje dat steeds over het hoofd werd gezien. Het monteurvak is niet alleen een kwestie van vakmanschap en ervaring, “soms moest je ook een beetje geluk hebben…” (JB)
IMG_5289 verkl

Eerder in beknoptere vorm gepubliceerd in “Noordhorn Nu”, maart 2013 (10de jaargang, nummer3), het maandeljkse orgaan van de handelsvereniging “Fortuna” en de Vereniging Dorpsbelangen Noordhorn.

Onbekend's avatar

About janbee

Na toename vrije tijd verklaarbare groei van interesse voor geschiedenis. Met name betreft het dan het verleden van mijn woonplaats Noordhorn, een eigenzinnig dorp met een (voor mij nog te ontdekken) schat aan historie.
Dit bericht werd geplaatst in Noordhorn (regio), Noordhorn actueel, Noordhorn Toén en getagd met , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.