Bericht van Koert Boomsma, oud-Noordhorner. Broer van Wietske Kloosterhof-Boomsma, met wie ik enkele jaren regelmatig contact had over Noordhorn. En bij wie ik op bezoek ben geweest, in Elst, in verband met een interview voor “Noordhorn Nu”. Wietske overleed vorig jaar december aan kanker. Naar aanleiding daarvan o.a. ontstond het contact met Koert Boomsma. Hij stuurde een luchtfoto met de volgende toelichting:
“Jan,
Hierbij een luchtfoto van Noordhorn, gemaakt op zaterdag 17 augustus 2012, ’s middags rond 13.30 uur. Ik had een rondvlucht over Groningen gekregen voor mijn 65ste verjaardag, die heb ik op 17/8 verzilverd. Jammer genoeg door het warme weer een iets heiïge foto, maar toch een leuk beeld, van boven af. Nostalgie toch nog steeds voor mij.”
Koert Boomsma schrijft verder:
“De nostalgie deed mij eveneens weer eens belanden op “Noordhorn Toen en Nu” en ik begon te kijken vanaf de oudst aanwezige ‘nummers’op de site. In de map van mei 2008 stond een oude foto van de Achterweg (sorry, Oosterweg) vanaf de Nieuwstraat zuidwaarts gericht. In het artikel werden enkele (zichtbare) woningen besproken, met hun bewoners.

Ansichtkaart die laat zien hoe het er zo’n 50 à 60 jaar geleden aan het noordeinde van de Oosterweg uitzag
“In een van de vooruitstekende woningen voorbij de woning van Willem Bargerbos, heb ikzelf gewoond van 1950 tot eind november 1955; toen verhuisden wij naar de Torenstraat 4, het oude huis van Piet van der Noord (Piet Slof, de schoenmaker/dorpsomroeper). Voor zover mij bekend waren het huurwoningen (van de gemeente?) en geadresseerd als Oosterweg 38/40 en 42/44. In de begin 50-er jaren woonden de volgende personen/families in deze woningen: op nummer 38 woonde de oude vrouw Wonderman, op nummer 40 woonde de jongere familie Wonderman met o.a. een dochter Annie, op nummer 42 woonden Koert en Tine Boomsma met hun kinderen Wietske, Koert en Johan en later kwamen daar nog bij Sjoerd, Pieter en Henk. De jongste Ria heeft daar niet gewoond. Op nummer 44 woonde vrouw Pruim. Naast huisnr. 38 was de parkeerplaats van de aanhangwagens van de fa. Burgler. In mijn herinnering stonden de auto’s meestal in de garage aan de overkant. Hier uiteraard als kwajongen ook veel gespeeld.
De indeling van woning nr.42 staat mij nog helder voor de geest: de ingang van de woning was aan de zijkant. Je kwam dan uit in een halletje met een ladder naar de zolder. Het halletje gaf toegang tot de achterkamer/keuken en een tussenhalletje naar de voorkamer. Het aanrecht in de keuken was aan de kant van de buitendeur en gaf zicht op de buurwoning 40. In de voorkamer waren 2 bedsteden, waarvan 1 door mijn ouders werd gebruikt en de ander door de jongste kinderen, waartoe in de eerste jaren ook Wietske en ik behoorden. De latere jaren verhuisden Wietske en ik naar de zolder. Achterin de tuin was een dubbele schuur, waarvan de ene helft voor ons was en de andere helft voor vrouw Pruim. In de schuur bevond zich de WC (tonnetje). De tuin grensde aan de achterzijde aan de tuin van Bansema, die helemaal doorliep tot aan de tuin van Piet van der Noord.
Tot zover een kleine bespiegeling van een deel van mijn Noordhorn-tijdperk.”
Met dank aan Koert Boomsma!
