
Op de voorgrond Jan Zuijdijk, voormalige evacué; op de achtergrond Sjabbo Datema, ex-veehouder. Samen in de huiskamer van de familie Datema aan het Van Starkenborghkanaal NZ, nummer 35. Beiden waren schoolkinderen in de bezettingstijd.
Waar internet al niet goed voor is…. Jan Zuijdijk, geboren Flakkeeër, tegenwoordig wonend in België, vlak over de grens bij Eindhoven, al zo’n 2o jaar ‘Belg’ (na even zovele jaren in de USA), las een blog over het boek “Van bezetting tot bevrijding – Zuidhorn 1940-1945” (eindredactie H.Veldman) en was meteen terug in de tijd. Hij kwam namelijk in de loop van 1944, als kind van 10, samen met zijn ouders en 2 broers/broertjes, als évacué naar Noordhorn. Het gezin was afkomstig van Goeree-Overflakkee uit het plaatsje Den Bommel. Er kwamen trouwens nog veel meer gezinnen van dat toenmalige dubbeleiland naar Noord-Nederland, gedwongen door de Duitsers. De bezettende macht was in die maanden erg beducht voor landingen van de Geallieerden en ontruimde daarom verschillende streken die tot “Sperrgebiet” werden verklaard. Een grote groep van de Zuid-Hollandse eilanden kwam naar Noord- en Zuidhorn en werd daar opgevangen door het Rode Kruis. (In hoeverre kerkelijke organisaties hierin destijds een rol speelden, is (mij) nog niet helemaal duidelijk geworden en het boek van Veldman c.s. geeft juist daarover niet bijster veel concrete informatie). Jan Zuijdijk, een royale 70-plusser, reageerde op deze weblog:
“Wij, ons gezin (Vader, Moeder en vier zonen) hebben in Noordhorn gewoond, wij kwamen daar als vluchteling in 1944 via het Rode Kruis. Ik was toen 10, mijn oudere broer 13 en mijn jongere broer 7. Een oudere broer Willem was opgepakt en naar Duitsland getransporteerd. Hij moest in de Opelfabrieken werken en is later gevlucht en na veel omzwervingen doodziek in Nederland teruggekomen.”
Jan vertelde dat ze alles moesten achterlaten, omdat de Duitsers Oost-Flakkee als ‘Sperrgebiet’ aangewezen hadden en dijken opbliezen om het land onder water te zetten. Ze verbleven zo’n 6 weken in Rotterdam en zijn daarna per trein naar Groningen vervoerd. Laat in de avond kwamen ze aan op het station van Zuidhorn. “Daar kregen we erwtensoep met roggebrood en spek te eten. Ik zal dit nooit vergeten en altijd erwtensoep associëren met Groningen.”

Links Jan Zuijdijk, rechts Sjabbo Datema. In het midden Jannie Hermans, de echtgenote van Jan Zuijdijk. Zij maakte als 8-jarige (ook afkomstig uit Den Bommel) de evacuatieperiode mee in Garmerwolde. Jan Zuijdijk denkt dat zij op spoor 1 arriveerden.
Het gezin werd daarna naar het gastadres gebracht. Jan Zuijdijk dacht dat ze inwoonden bij een mevr.Datema “in de hoofdstraat van Noordhorn“. Hoogstwaarschijnlijk heeft het gezin tot oktober 1945 ingewoond bij de oude mevrouw Auwema aan de Langestraat, aan de noordkant van garage Oosterhuis. De Zuijdijk-kinderen speelden vaak met Roelof en Bieke Oosterhuis in de garage, “daar was niets te doen, want er was niets….” Jan Zuijdijk herinnert zich ook de bakkerswinkel van Kadijk: “Tegenover ons was een klein winkeltje en een bakker waar wij roggebrood kochten, die hele lange…”
Jan Zuijdijk zijn vader werkte bij boer Datema (de vader van Sjabbo), “de boerderij lag net voorbij de spoorbrug aan het Van Starkenborghkanaal. Daar werd vaak graan geruild voor steenkool met de sleepbootkapiteins die toen nog konden varen.” (Dat weet Sjabbo Datema zich ook nog te herinneren. Tijdens het bezoek van Jan Zuijdijk en zijn vrouw Jannie Hermans op 4 juli jongstleden vertelt hij dat zijn vader met dat ruilen nog eens flink in de problemen is gekomen. “Hij heeft nog een aantal dagen vastgezeten op het Scholtenshuis in Groningen!”)
De kinderen van boer Datema (onder wie Sjabbo, toen nog geen tien jaar oud) gingen net als de Zuijdijk-kinderen naar de School met de Bijbel aan De Gast in Zuidhorn: “Lopend over de brug. De school was ongeveer 400 meter verder aan de linkerkant. (Bij de brug lagen altijd Duitse oorlogsschepen). In de winter moesten wij om beurten bonenstro in bundels wikkelen en in de kachel gooien om de boel enigszins warm te houden. Op het laatst gingen wij helemaal niet meer naar school…”

Jan Zuijdijk en Sjabbo Datema bij de ingang van de toenmalige School met de Bijbel aan De Gast in Zuidhorn. Halverwege de jaren vijftig werd de school gesplitst (gevolg van de Vrijmaking) en werden er nieuwe gebouwen betrokken aan de Geert Waldastraat en de Boslaan. In het oude gebouw, dat ook af en toe leeg stond, waren diverse bedrijven gevestigd zoals het Fitnesscentrum en Installatiebedrijf Buist. Inmiddels heeft ook de laatste het pand weer verlaten.
WORDT VERVOLGD
©foto’s: jan blaauw, 4 juli 2012