Noordhorn: Aaltje Visser-van der Sluis: “100 worden? Hail gewoon leven…”

Aaltje Visser-van der Sluis: 100 worden? Hail gewoon leven...

Aaltje Visser-van der Sluis: 100 worden? Hail gewoon leven...

Hoe dat voelt, als je 100 bent? “Niks aans as aans…” Aaltje Visser-van der Sluis windt er geen doekjes om. Ze vindt die extra aandacht voor haar 100ste verjaardag overdreven. In haar gezellige achterkamer staan nog verschillende voorwerpen die aan het grote feest op 9 februari jongstleden herinneren: bloemen, een beeldje uit Amerika, een origineel theepakket… Heel graag had ze het feest in Noordhorn gevierd. De nieuwe Dörpsstee blijkt nog niet gereed en een andere geschikte accommodatie (mét verzorging) heeft het dorp niet. Vandaar het uitwijken naar het gastvrije zalencentrum Balk in Zuidhorn, een keus die uitstekend is bevallen. “Een hoogtepunt”, vindt ze het gebeuren op die bewuste maandag. De ongedwongen receptie ’s morgens, met kinderen en kleinkinderen, wanneer vele dorpsgenoten en andere bekenden haar komen feliciteren. Maar ook de Van-der-Sluis-familiereünie, die ’s middags volgt. “Ik vond het hartstikke mooi, ook al was ik daarna hartstikke moe! Ik had het niet willen missen! En nou ben ik er wel weer…” Ze memoreert de twee dozen met ontvangen ansichtkaarten en de vermelding in “De Kerkbode”. Niet dat het nou zo nodig was, toch fijn dat het gebeurde, 100 jaar is en blijft een mijlpaal!
Sinds 1932 woont ze in het huis aan de Langestraat, nummer 75. Als hulp in de huishouding trekt ze in bij vader en zoon Visser. “Voor één gulden per dag”, vertelt ze, “net zo veel als ik kreeg bij boer Dijkstra in het Humsterland.” Zoon Jacob en zij krijgen verkering, trouwen op 26 juli 1934. “En ’t was rötweer!” Vader Visser is ooit in de Nieuwstraat begonnen als schoenmaker/barbier. Zoon Job ontwikkelt zich tot een bekwame kapper met zowel een dames- als een herensalon in het ruimere pand aan de Langestraat. (Vlak voor het huwelijk wordt het pand onbedoeld nog ruimer, als er een GADO-truck naar binnen rijdt…) Bovendien worden er tabaksartikelen verkocht, ansichtkaarten, snoepwaren en andere kleine kantoorartikelen. Die winkelfunctie heeft het pand lang behouden, ook na het overlijden van Job Visser in 1974. “Waarom ik dat deed? Ik wilde graag contact houden met de mensen!” Tot op hoge leeftijd blijft Aaltje Visser de gastvrije winkelierster. Meermalen per dag gaat de deurbel, klanten voor een rokertje of een strippenkaart, kinderen die snoep willen. Helaas maken drie inbraken een eind aan deze bezigheid. Bij de laatste  wordt bijna de hele winkelvoorraad meegenomen, uitgezonderd de sigaren en pakjes gele Belinda… De winkel gaat dicht tot spijt van menige consument en Aaltje Visser zelf. Ook daarover wil ze niet al te dramatisch doen. Ze haalt een krantenknipsel tevoorschijn uit de jaren negentig, een column van Bouwe van Norden in het Nieuwsblad van het Noorden: “Het verhaal dat niet werd geschreven”. De verslaggever wil Aaltje Vissers verhaal optekenen: de impact van de inbraken, de herinneringen aan tabaksklanten, de geur van de kapsalon. Aaltje Visser weigert, zoiets vindt ze veel te overdreven, vertelt ze nu, anno 2009. Net als ‘dat gedoe’ over die 100 jaar. Een kwestie van  “Hail gewoon leven”! (JB)

Aaltje Visser-van der Sluis thuis in haar gezellige achterkamer

Aaltje Visser-van der Sluis thuis in haar gezellige achterkamer

Eerder gepubliceerd in “Noordhorn Nu” (maandelijks orgaan van de handelsvereniging “Fortuna” en de Vereniging Dorpsbelangen), 6e jaargang nummer 4, april 2009

Onbekend's avatar

About janbee

Na toename vrije tijd verklaarbare groei van interesse voor geschiedenis. Met name betreft het dan het verleden van mijn woonplaats Noordhorn, een eigenzinnig dorp met een (voor mij nog te ontdekken) schat aan historie.
Dit bericht werd geplaatst in Herinneringen, Noordhorn Toén. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.